,,Kabinet moet snel accijns verlagen op biobrandstof"
Het kabinet–Balkenende moet snel de accijns op milieuvriendelijke biobrandstoffen verlagen. Alleen op die manier kunnen producenten van biobrandstof de strijd aangaan met concurrenten uit het buitenland.
Daarmee reageert directeur Ger Bemer van Nedalco op de overweging van het kabinet het gebruik van biobrandstof via een belastingmaatregel aantrekkelijker te maken. Nedalco is Nederlands enige producent van natuurlijke alcohol.
„De markt voor bio–ethanol wordt heel groot, het is van levensbelang dat wij daarin meegaan", voorspelt Bemer. „Als we het laten afweten, vullen omringende landen de markt en missen wij de innovatie".
Bio–ethanol is alcohol dat vrij eenvoudig kan worden gebruikt in auto’s met benzinemotoren. Het wordt verkregen via vergisting van agrarische restproducten. Bio–ethanol kan probleemloos bijgemengd worden met benzine.
In Zweden, Spanje en Frankrijk is de alternatieve brandstof al jaren ingeburgerd. Deze landen hebben een goed ontwikkelde industrie voor biobrandstoffen door een combinatie van accijnsvrijstellingen en investeringspremies. „In Brazilië rijden auto’s al meer dan 25 jaar op bio–ethanol", aldus Bemer. Daar bestaat circa 40 procent van alle brandstof uit ethanol van rietsuiker.
Vorige maand werd bekend dat het kabinet overweegt vanaf volgend jaar met een lagere accijns het gebruik van biobrandstoffen aantrekkelijk te maken. Welke accijnsverlaging het Rijk wil doorvoeren, moet op prinsjesdag bij de presentatie van het belastingplan 2006 blijken.
Begin juni maande de Europese Commissie Nederland en zeven andere lidstaten vaart te maken met de biobrandstoffen aan de pomp. Nederland loopt achter op het Europese schema. Het doel is dat over vijf jaar 5,75 procent van de brandstoffen biologisch is. Brussel streeft naar meer biobrandstof omdat auto’s hierop schoner rijden en het Europa minder afhankelijk van de olie–exporterende landen maakt.
Nedalco produceert per jaar 140 miljoen pure alcohol, waarvan 60 procent voor de drankenmarkt. De rest wordt gebruikt in cosmetica, medicijnen en voor technische toepassingen. Het bedrijf uit Bergen Op Zoom laat de beslissing over een nieuwe fabriek voor de productie van bio–ethanol afhangen van het besluit van de overheid. Volgens bestuursvoorzitter Bemer heeft Nederland voldoende potentieel om zelf de benodigde grondstoffen voor de productie van biobrandstoffen te verbouwen en hoeven die niet geïmporteerd te worden.