Srebrenica–foto’s te schokkend voor scholieren
De foto’s over de genocide in Srebrenica in 1995 die in het gebouw van de Tweede Kamer hingen, waren te schokkend voor bezoekende groepen scholieren. Althans, dat vond Tweede–Kamervoorzitter Weisglas. Hij heeft daarom de expositie aan het begin van het nieuwe parlementaire jaar laten weghalen. Tot grote teleurstelling van het Interkerkelijk Vredesberaad (IKV), initiatiefneemster Karimi (GroenLinks) én de burgemeester van Srebrenica.
De tentoonstelling met foto’s van de Bosnische fotograaf Tarik Samarah werd op 22 juni geopend en zou volgens de afspraken tot 14 oktober bij de plenaire zaal in het Tweede–Kamergebouw te bezichtigen zijn. De zwartwitfoto’s toonden de gruwelijke gevolgen van de genocide door het Bosnisch–Servische leger op naar schatting 8000 Bosnische moslimmannen in juli 1995: beelden van een hand die uit de aarde steekt, een schedel, massagraven, een pop van een kind.
De beelden waren confronterend. Wellicht té confronterend voor scholieren die na het einde van het zomerreces de Kamer bezoeken, vond Weisglas. Ook vond hij dat de expositie hoorde bij de herdenking van tien jaar na Srebrenica en vond hij de afgesproken periode van vier maanden te lang.
Weisglas nam het besluit eenzijdig en tot grote teleurstelling van Karimi, die het initiatief tot de herdenking en de expositie had genomen. „Dit laat opnieuw zien hoe verkrampt Nederland nog altijd omgaat met de eigen rol in Srebrenica in juli 1995". Nederlandse militairen, die de moslimenclave Srebrenica beschermden, konden het bloedbad niet voorkomen.
Ook burgemeester Abdurahman Malkic van Srebrenica, in juni speciaal overgekomen voor de opening, is teleurgesteld. „Dit toont dat de Nederlandse regering en het parlement nog steeds de tragedie in Srebrenica willen minimaliseren. Dit is een klap in het gezicht voor alle nabestaanden en overlevenden. Hun was de valse hoop gegeven dat Nederland eindelijk bereid was op een open en grondige manier te praten over het oplossen van de problemen die mensen nog altijd hebben na de tragedie".
Volgens het IKV, dat nauw betrokken was bij de inrichting van de expositie, is het besluit van Weisglas „opnieuw een bewijs dat de Nederlandse politiek niet goed kan omgaan met de erfenis van Srebrenica". Het IKV beaamt dat de foto’s confronterend kunnen zijn voor scholieren. „Maar dit is juist een stuk van de Nederlandse geschiedenis dat we niet moeten wegpoetsen".
Ook PvdA–Kamerlid Koenders is teleurgesteld. „Juist nu het reces voorbij is en er meer mensen naar de Kamer komen, moeten de foto’s te zien zijn. Dat de foto’s confronterend zijn, is geen probleem. Dat hoort erbij, Srebrenica is onderdeel van het publieke debat in Nederland". Koenders geeft Weisglas een kleine hint: „Het zou mooi zijn als Weisglas kan besluiten ze toch nog ergens in een ruimte in het Kamergebouw te exposeren".