Politieke druk op Sharon neemt toe
De Arbeiderspartij is tot de coalitie van premier Ariel Sharon toegetreden om hem steun te geven bij de eenzijdige terugtrekking uit de Gazastrook en het noordelijke gedeelte van de Westelijke Jordaanoever. Het ligt nu aan Sharon of de Arbeiderspartij in de regering kan blijven.
We zullen doorgaan als het zinvol is”, aldus de Arbeiderspartij-minister Ofir Pines-Paz maandag op een bijeenkomst van de buitenlandse persassociatie in Jeruzalem. Zijn partij moet nu met Sharon nieuwe afspraken maken over de politieke stappen die Israël zal nemen en over de begroting voor 2006.
Wat de bewindsman graag zou zien is dat de premier de buitenposten laat ontmantelen. Dat zijn uitbreidingen van nederzettingen die zonder toestemming van de overheid zijn opgericht door de radicale joodse ”heuveltopjeugd”.
Sharon en minister van Financiën Ehud Olmert zijn volgens hem bereid om de besprekingen over de begroting te heropenen. De begroting moet volgens Pines-Paz meer tegemoetkomen aan de noden van de armen. Benjamin Netanyahu, die eerder deze maand aftrad uit onvrede over de terugtrekking, stelde het budget op.
Pines-Paz wees erop dat het lot van Sharons coalitie overigens niet in de handen van de Arbeiderspartij ligt. De seculiere Shinoei, de linkse Meretz en de Arabische partijen zorgen ervoor dat Sharon de steun houdt van de meerderheid van de Knesset. Nieuwe verkiezingen zijn gepland voor 2006, maar politieke waarnemers houden er rekening mee dat deze worden vervroegd.
Politici in de twee grootste partijen van Israël, de Likud van Sharon en de Arbeiderspartij, geloven dat de Palestijnse leider Mahmoud Abbas een „verfrissende verandering” is na Yasser Arafat. Sharon moet nu een onderhandelingsproces beginnen op basis van de routebeschrijving, aldus minister Pines-Paz in verband met het faseplan voor vrede tussen Israël en de Palestijnen.
Hij wees er ook op dat de Palestijnen dienen af te rekenen met de terreur. Hij is erop tegen dat Palestijnse partijen meedoen aan de verkiezingen voor het Palestijnse parlement in januari die het terrorisme niet hebben afgezworen. Volgens hem zal Israël nu van de Palestijnen eisen dat ze terrorisme stopzetten, zoals de eerste fase van de routebeschrijving eist. „Wij zullen geen terrorisme toestaan na de terugtrekking.”
Sharon heeft niet alleen te kampen met de druk van de Arbeiderspartij, maar ook met zware tegenwind in zijn Likud. Het Israëlische dagblad Ha’aretz meldde dinsdagmorgen dat het Centraal Comité van de Likud op 26 september zal stemmen over een voorstel om voorverkiezingen voor het partijleiderschap te houden. Als het comité het plan aanneemt, zal de Likud in november een nieuwe leider kiezen. Benjamin Netanyahu is de belangrijkste rivaal van Sharon. De Arbeiderspartij zal naar verwachting uit de regering stappen als Sharon ten val komt.
Sharon is echter niet van plan zich uit het veld te laten slaan. Zijn assistenten zeiden dat hij erover denkt naar het gerechtshof te stappen. Daar zal hij betogen dat het gerechtshof van de Likud, dat maandag besloot de voorverkiezingen in het centrale comité goed te keuren, geen bevoegdheid heeft een dergelijke beslissing te maken. Bovendien dringt Sharons zoon Omri aan op een bijeenkomst van Likud-activisten om het voorstel te torpederen.
Sharon haalde maandag in een interview op de Israëlische televisie fel uit naar Netanyahu. „Netanyahu raakt gauw in paniek”, aldus Sharon. „Hij raakt in paniek en hij verliest zijn kalmte. Zo’n persoon kan geen land leiden.” Volgens Sharon ontbreekt het zijn rivaal aan de stalen zenuwen die nodig zijn een land als Israël te leiden.
Netanyahu was premier van 1996 tot 1999. Hij deed toen een belangrijke concessie door Hebron over te geven aan de Palestijnse Autoriteit. Sharon zei ook dat hij niet als tweede man onder Netanyahu wil dienen.