Bedoeïenen en Egyptenaren: een smeulend vuur onder het woestijnzand
Op het eerste gezicht merkt men in Sharm al-Sheikh niet dat de stad een maand geleden zo zwaar door een terroristische aanslag werd getroffen. Overal zijn toeristen. De schade aan gevels en glas op de Oude Markt van Sharm al-Sheikh is hersteld. Het zwaar getroffen al-Ghazala-hotel wordt hersteld. Ook in het 100 kilometer noordelijker gelegen Dahab zijn de toeristen weer terug.
Maar de schijn bedriegt. Er zijn veel minder toeristen dan normaal in deze tijd van het jaar. De toeristen die er rondlopen, zijn vooral duikers en anderen die heel regelmatig Sharm al-Sheikh en Dahab bezoeken.
Met name Britten en Italianen laten het afweten. Londen en Rome hebben na de aanslag een negatief reisadvies afgegeven, terwijl Nederland, Duitsland en veel andere Europese landen dat juist niet hebben gedaan.
Het gevolg is, zegt Marcus Benders, de Nederlandse manager van Sharks Bay Diving Resort in Sharm al-Sheikh, dat vooral Engelsen en Italianen zijn weggebleven. Het hotel van Benders heeft daar geen last van gehad, omdat daar vooral andere nationaliteiten komen en het vaste gasten trekt die niet zo maar weg trekken. „Het zal echter waarschijnlijk wel gevolgen hebben voor de boekingen in september en november, het hoogseizoen hier in Sharm al-Sheikh.”
De aanslag heeft vooral consequenties voor veel hotels, die daarom hun personeel hebben ingekrompen. „Het zijn met name de mensen die onder aan de maatschappelijke ladder staan zoals schoonmakers, kelners en anderen die hun baan hebben verloren. Veel gezinnen zullen nu de broekriem moeten aanhalen”, zegt Benders. Overheidssteun is er voor hen niet.
De Engelse duikinstructrice Penny Bateman bevestigt dat de duikers niet of nauwelijks zijn weggebleven na de aanslag. „Sharm al-Sheikh en Hurgada, ook in Egypte, zijn de belangrijkste duikcentra ter wereld omdat je nergens op het noordelijk halfrond zulk mooi koraalrif treft als hier”, meent Bateman. „Verder hebben de duikcentra agenten in Europa die hun promotiewerk na de aanslag geïntensiveerd hebben.”
Zowel Benders als Bateman vertelt dat er nu heel goedkope vliegtarieven en reizen naar Egypte worden aangeboden. „Het is al mogelijk voor 380 euro een week, halfpension in een viersterrenhotel, naar Egypte te gaan”, aldus Bateman. „Dat zijn prijzen die eerder ondenkbaar waren.”
Na de aanslag werden vooral bedoeïenen ervan verdacht betrokken te zijn geweest. Mohsen, een Egyptische zakenman in Dahab, zegt dat het een gevoelig thema is. „De verhoudingen tussen bedoeïenen en Egyptenaren zijn als een smeulend vuur onder het zand. Je kunt daar beter niet te veel over praten. Het probleem met sommige onderwerpen is dat je door erover te praten het risico neemt dat het probleem groter wordt.”
Mohsen, maar ook vele andere Egyptenaren in de Sinaï, zeggen dat de Israëlische bezetting van de Sinaï na 1967 hierbij een rol heeft gespeeld. „De bedoeïenen konden toen doen en laten wat ze wilden, inclusief het verbouwen van cannabis, als ze zich maar niet tegen de Israëlische bezetting verzetten. Nadat de Sinaï weer in Egyptische handen kwam, was die vrijheid voorbij. Daarna hebben de bedoeïenen in een tijd van minder dan twintig jaar gezien hoe de Sinaï, aanvankelijk hun domein, veranderde in een door Egyptenaren gedomineerde toeristenoord. Een flink aantal bedoeïenen heeft daarvan geprofiteerd en wil natuurlijk dat de toeristen blijven komen, maar anderen voelen zich tekortgedaan, en dat levert spanningen op.”
Politiek commentator Ra’ed al-Sharqawi vertelt dat de Egyptische geheime dienst vorige week een Palestijn in al-Arish heeft opgepakt die een belangrijke schakel was tussen de Palestijnen in Gaza en de bedoeïenen die verantwoordelijk waren voor de aanslag in Sharm al-Sheikh. „Bij die arrestatie werd een enorme hoeveelheid explosief materiaal gevonden.”
Mohsen zag de spanningen aankomen en is al voor de aanslag in Sharm al-Sheikh spontaan een programma gestart om kinderen van bedoeïenen een lesprogramma aan te bieden om hen met een ander leven met andere waarden en normen vertrouwd te maken zonder daarbij hun eigen cultuur op te geven. Kort na de aanslag organiseerde hij een demonstratie van bedoeïenenkinderen tegen de aanslag in Sharm al-Sheikh.
Mohsen is een bruggenbouwer en gelooft dat het ontzettend belangrijk is om bedoeïenen en Egyptenaren bij elkaar te houden. „Er is zo veel onbegrip aan beide kanten, en dat is niet nodig. Ik zou willen dat de autoriteiten in Caïro realiseren dat ze de Sinaï niet als de stad Caïro kunnen besturen. De bestuurders zouden meer rekening moeten houden met de eigen achtergronden en omstandigheden van de Sinaï. Neem de bouwvergunningen die nodig zijn om ergens een huis te bouwen. Vroeger bouwden de bedoeïenen waar ze dat wilden. Nu kan dat niet meer. De bepalingen zijn zo bureaucratisch en houden zo weinig rekening met de eigen omstandigheden van de Sinaï dat ze massaal worden overtreden. De enige oplossing is dat de plaatselijke bestuurders zich aanpassen aan de specifieke omstandigheden van de Sinaï.
Egyptenaren en bedoeïenen mogen zich niet gescheiden ontwikkelen, maar moeten realiseren dat ze elkaar nodig hebben. Alleen dan kan voorkomen worden dat terroristen misbruik maken van gevoelens van ontevredenheid en sluiten de bedoeïenen zich niet aan bij terroristen.”