Kerk & religie

„Toe-eigening is Hem om de hals vliegen”

„God komt eigenlijk niet als Rechter tot ons. Hij zoekt ons om ons te troosten. De toe-eigening van het heil is Christus en alles wat Hij heeft om de hals vliegen.” Dat zei ds. H. van den Belt op grond van artikel 17 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Hij hield voor het Leidse CSFR-dispuut Panoplia donderdag een lezing over het thema ”Bekeert u!”

Van een medewerker
31 May 2002 09:56Gewijzigd op 13 November 2020 23:35

Ds. Van den Belt, hervormd predikant in Delft, bestreed dat de toe-eigening van het heil een interne kwestie van de gereformeerde gezindte was; zelfs in de Vredesbrief van de Rooms-Katholieke Kerk was hij de term tegengekomen. „In de toe-eigening van het heil gaat het om God en mij. Wij zijn God kwijt, maar Hij is ons ook kwijt. Dat gaat dieper.”

De term ”een gestolen Jezus” zei ds. Van den Belt niet te begrijpen. „Wel is waar dat je je kunt inbeelden in Jezus te geloven. Je kunt echter niet iets stelen wat je om niet en onvoorwaardelijk wordt aangeboden.”

Voor toe-eigening staat in het Latijn ”applicatio”. De Delftse predikant zette uiteen dat deze term uit de juridische sfeer kwam, en aangaf dat mensen zich onder bescherming van een ander konden stellen.

Ds. Van den Belt vroeg zich af of Calvijn de vraag of de mens zich het geloof toe-eigende, of dat de Heilige Geest hem dat deed, zou hebben begrepen. In de Nadere Reformatie en de Verlichting, in het voetspoor van Descartes, zijn subject en object gesplitst. Het menselijk subject is verzelfstandigd. „De vraag of het ook voor mij is, is geen typische vraag van de gereformeerde gezindte. Het is een probleem dat de hele westerse cultuur doortrekt. In de praktijk vallen het werk van de Geest en ons antwoord op Gods roeping samen. Je moet dat geheim niet te veel willen ontrafelen.”

Met de uitdrukking ”de weg van de Borg is de weg van de kerk” kon ds. Van den Belt desgevraagd niet helemaal uit de voeten. „De uitdrukking betekent dat de gelovige moet herbeleven wat Christus in de heilsfeiten gedaan heeft. Je moet ervoor uitkijken van de toepassing van het heil het fundament te maken. Het gaat erom te geloven dat Christus Zijn werk toen voor jou gedaan heeft. Wat ik wel een mooie gedachte vind, is dat er toename is in de kennis en de genade.”

Ds. Van den Belt maakte onderscheid tussen religieuze ervaringen als algemeen menselijk verschijnsel en bevinding. Bevinding ziet hij als een bijzondere vorm van religieuze ervaring. „Het is de existentiële ondervinding dat het Woord van God waar is. Schriftuurlijk en bevindelijk zijn synoniemen.” De predikant wil er voor oppassen dat bevinding als een raster over de Schrift komt te liggen. „Ik ken niet alle kinderen van God, dus wil ik uitkijken met de uitdrukking dat je Hem moet leren kennen zoals Hij het al zijn volk leert. Hoe je God leert kennen, is ook bepaald door de cultuur, je tijd en je situatie. De ervaringen van een christen hoeven niet in elke preek, en zeker niet op dezelfde wijze, aan de orde te komen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer