In 2004 zijn 881 personen het slachtoffer geworden van een dodelijk verkeersongeval. Jongeren zijn naar verhouding vaak betrokken bij een ongeval waarbij alcohol een rol speelt.

Er waren vorig jaar ruim 200 verkeersdoden minder dan in 2003. Daarmee zet de dalende lijn van het aantal verkeersdoden zich onverminderd voort. In 1972 was het aantal verkeersdoden nog bijna vier keer zo hoog.

Op maandag, dinsdag en woensdag waren er vorig jaar per dag gemiddeld 2,2 dodelijke verkeersslachtoffers tegen bijna 2,8 op zaterdag. Ook op zondag was het aantal verkeersdoden met 2,6 hoger dan op werkdagen.

Op de doordeweekse dagen viel tweederde van de verkeersdoden door een ongeval tussen zes uur ’s ochtends en zes uur ’s avonds. Ruim 20 procent van de verkeersdoden viel in de ochtendspits en de rest van de ochtend. ’s Middags tussen twaalf en zes uur was het aantal verkeersslachtoffers bijna tweemaal zo hoog: gemiddeld bijna 40 procent van het dagtotaal.

In het weekeinde ligt dat anders. Vooral in de nacht van vrijdag op zaterdag en ook in die van zaterdag op zondag is het aantal verkeersdoden hoog. Op deze dagen vond een kwart van de dodelijke verkeersongevallen plaats in de kleine uurtjes.

Jaarlijks speelt alcohol bij vijftig tot zestig van de verkeersdoden een rol. De meeste van deze ongevallen hadden plaats in het weekend, vooral in de nachtelijke uren.

Bij de twintigers was in 2004 een van de acht verkeersdoden overleden na een ongeval waarbij een betrokkene alcohol had gebruikt. Dat is twee keer zo veel als gemiddeld.