Wij moeten theocratisch denken
De hervormde predikant ds. J. Lohuis kreeg recent nogal wat tegengas vanwege zijn kritische opmerkingen over de democratie tijdens zijn afscheidsdienst in Scherpenisse. Dr. C. S. L. Janse
reageert op de commotie die ontstond en gaat in op de verhouding tussen democratie en theocratie. De afscheidsdienst van ds. J. Lohuis heeft in ieder geval op het eiland Tholen veel stof doen opwaaien. Nu is verzet niets bijzonders. Ook van een afscheidsdienst geldt dat het geen goed teken is als wat er is gezegd zo vlak en algemeen is dat niemand in de kerk of in de wereld daar aanstoot aan kan nemen.
Maar als het gesprokene verzet oproept omdat het ingaat tegen de in onze maatschappij heersende opvattingen, dan moet men ook bereid zijn z’n standpunt nader toe te lichten en te verdedigen. En wanneer men vindt dat in de pers uitspraken uit hun verband zijn gerukt, dan is er alle reden om dat recht te zetten, of althans een poging daartoe te doen. Het is jammer dat ds. Lohuis dat niet gedaan heeft.
Zorgvuldig formuleren
In dit geval waren het de opmerkingen van de predikant over de democratie die verzet opriepen. Dat kan men zich voorstellen. Veel theologische discussies die in de gereformeerde gezindte gevoerd worden, zijn voor de buitenwereld moeilijk te doorgronden en worden daar als haarkloverij beschouwd. Dat zegt uiteraard nog niets over het gewicht van de desbetreffende zaken. Ook in deze dingen kan de buitenwereld geen norm zijn.
Met kritische uitspraken over de maatschappij en de politiek zal een predikant eerder de aandacht trekken. Zij het lang niet altijd in positieve zin. Velen kijken toch al met een scheef oog naar die strenge gereformeerden. Zijn zij wel zo veel anders dan de moslimfundamentalisten?
Dat is een reden temeer, niet om onze mond te houden, maar wel om zorgvuldig te formuleren. Een misverstand is sneller ontstaan dan uit de weg geruimd. Volgens een verslag in een lokale krant zou de scheidende predikant van Scherpenisse de democratie een uitvinding van de duivel hebben genoemd. Dat is inderdaad nogal extreem geformuleerd.
Vanuit Romeinen 13 belijden wij dat onze overheid door God gegeven is. „De machten die er zijn, die zijn door God geordineerd.” Dat geldt ook van het democratisch bestel waaronder wij leven. Daarbij kan verder gezegd worden dat wanneer we ons democratisch bestel vergelijken met het politieke systeem in allerlei andere landen, of dat nu Rusland is of Zimbabwe, Iran of Colombia, er zeker reden is om dankbaar te zijn voor onze democratische rechtsorde. Het kon een stuk beroerder. Ik meen dat de uitdrukking van Churchill afkomstig is, dat democratie de minst slechte is van allerlei bestaande regeringsvormen. Daar zit veel waars in.
Niet het laatste woord
Maar democratie kan voor ons natuurlijk nooit het laatste woord zijn. Wat goed, waar en recht is, kan nooit bij meerderheid van stemmen worden vastgesteld. Democratie is voor ons wel de vorm (de politieke structuur) waaronder wij leven, ze is niet de norm.
Van tal van democratisch genomen besluiten geldt dat zij volstrekt verwerpelijk zijn. Het valt te vrezen dat naarmate ons volksleven verder ontkerstent, dat steeds vaker geconstateerd moet worden. Inderdaad kan dan van allerlei democratische beslissingen gezegd worden dat zij het werk zijn van de grote verleider de duivel.
Uiteindelijk is de politiek geen neutraal gebied waar het er slechts om gaat dat de democratische procedures in acht genomen worden. Of nog erger: een seculier terrein waar mensen hun eventuele geloofsovertuiging buiten moeten laten.
Van groot belang is dat wij de gereformeerde lijn blijven vasthouden dat de overheid en het volk gebonden zijn aan Gods wet. Ook al weten ze daar niets meer van en willen ze daar niets meer van weten. Ook al lijkt het volstrekt onmogelijk om dat gestalte te geven. Maar ook hier geldt, zoals de catechismus in ander verband formuleert, dat God de mens geen onrecht doet als Hij in Zijn wet van hem eist wat hij niet doen kan.
Theocratisch
Vandaar dat wij theocratisch moeten denken. Voor die term hoeven we ons niet te schamen, ook al is het vervelend dat die tegenwoordig bij het brede publiek vooral associaties oproept met de fundamentalistische islam. Maar de God van de Bijbel, de Schepper van hemel en aarde, is een Ander dan Allah. En daarom is de bijbelse theocratie een andere dan de islamitische.
Die belijdenis van de theocratie is de belijdenis dat God regeert en alle dingen in Zijn hand houdt. Maar ook dat Gods geboden voor alle mensen gelden. Dat kan alleen de basis zijn voor een christelijke politieke partij die niet in progressieve medemenselijkheid of in conservatieve nadruk op fatsoen en orde wil eindigen.
Inmiddels heeft het Thoolse college van B en W afstand genomen van de opmerkingen van ds. Lohuis. Een plaatselijke partij overweegt nog een rechtszaak aan te spannen. Maar dat zal wel met een sisser aflopen. Ook op dit punt is er in Nederland een grote vrijheid van meningsuiting.
De auteur is oud-hoofdredacteur van het RD.