Kerk & religie

„Ik probeer aandacht voor mensen te hebben”

Aandacht, aandacht, aandacht. Het zijn voor de jubilerende ds. L. van Wingerden, predikant in het Jeroen Bosch Ziekenhuis in ’s Hertogenbosch, de belangrijkste trefwoorden in zijn werk. „Echt luisteren naar mensen, een stukje met hen meelopen op de levensweg en bidden dat God Zijn zegen daarop wil geven. Meer kan ik niet doen, meer hoef ik niet te doen.”

W. H. van Egdom
26 August 2005 11:03Gewijzigd op 14 November 2020 02:53
’s-HERTOGENBOSCH – Ds. L. van Wingerden: „Contacten leggen is voor mijn werk vreselijk belangrijk.” Foto Frank Trommelen
’s-HERTOGENBOSCH – Ds. L. van Wingerden: „Contacten leggen is voor mijn werk vreselijk belangrijk.” Foto Frank Trommelen

De gastvrouw bij de receptie van de locatie Willem Alexander van het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch weet direct waar de predikant te vinden is. „Op de achtste verdieping.” Ds. Van Wingerden (57) moet erom glimlachen. „Ja, ik ben hier wel bekend. Contacten leggen is voor mijn werk vreselijk belangrijk. Soms word ik zomaar in de gang aangesproken en voor je het weet ben je drie kwartier met patiënten in gesprek.”

De predikant herdacht woensdag dat hij 25 jaar geleden werd bevestigd tot predikant van de hervormde gemeente van Zijderveld. „Daarna volgde de gemeente van Sprang en daar kreeg ik hartproblemen. Te druk, een grote gemeente, heel veel werk. Ik kwam in het ziekenhuis, dit ziekenhuis om precies te zijn, dat toen nog Willem-Alexanderziekenhuis heette. De cardioloog die me onderzocht, zei me dat ik niet zo door kon gaan met het gemeentewerk. Maar ja, dat is natuurlijk makkelijk gezegd. „Ik ben dominee”, zei ik tegen haar, waarop ze zei: „Dat komt goed uit. Hier hebt u het nummer van onze directeur, want we hebben hier een ziekenhuispredikant nodig.” Ik heb dat altijd heel bijzonder gevonden. Dat speelde zich af in 1988 en in januari 1989 ben ik hier in dienst gekomen. Benoemd door de toenmalige provinciale synode Brabant-Limburg van de Hervormde Kerk, maar verder in dienst van het ziekenhuis.”

Ds. Van Wingerden is de enige protestantse geestelijke in het pastorale team van het Jeroen Bosch Ziekenhuis, dat verder nog drie pastoraal werkenden van rooms-katholieken huize telt. „Het Willem Alexander was het protestantse ziekenhuis, de andere ziekenhuizen hier waren van rooms-katholieke signatuur. Nu de locaties gefuseerd zijn tot het Jeroen Bosch Ziekenhuis, zijn we een algemeen-christelijk ziekenhuis geworden. Maar de directie blijft het belangrijk vinden om ook geld uit te geven aan ons, als geestelijken. En dat is echt bijzonder. Ik hoop van harte dat dat zo blijft.”

Sinds de fusie is de predikant werkzaam in de drie verschillende locaties van het ziekenhuis in Den Bosch. „We moesten fuseren wilden we geld krijgen voor een nieuw ziekenhuis dat hier vlakbij gebouwd moet gaan worden, inclusief een aparte kapel.”

De werkzaamheden van de leden van het pastorale team zijn verdeeld over de verschillende afdelingen van de verschillende ziekenhuizen. Patiënten die worden opgenomen, kunnen zelf bij de verpleging opgeven of ze kerkelijk zijn en of ze prijs stellen op geestelijke ondersteuning van een dominee of van een rooms-katholieke geestelijke. „Tweemaal per maand leid ik op zondagen een kerkdienst in een van de ziekenhuizen en daarvoor worden alle patiënten uitgenodigd. Het komt ook voor dat mensen naar zo’n dienst komen en daarna aangeven graag een gesprek te willen.”

Pastoraat in een ziekenhuis lijkt soms op maatschappelijk werk. „Maar ik kan méér dan een maatschappelijk werker”, meent ds. Van Wingerden. „Ik mag ook vragen naar geestelijke zaken. Daarbij heb ik in de loop van de jaren afgeleerd om te groot te denken van wat ik doen moet. Ik hoef niet alle antwoorden te hebben. Daar zitten mensen ook helemaal niet op te wachten. Ik begin altijd maar heel simpel door te vragen: „Hoe gaat het met u?” En dan komt er een gesprek op gang, of niet. Soms over de ziekte, over de thuissituatie of over de grote vragen van leven en dood. Want daar hebben we het hier natuurlijk over, in dit huis. Er zijn dagen dat ik twee mensen op een dag zie overlijden. Dat raakt me. En dat moet ook, want als het me niet meer raakt, stop ik ermee. Tegelijk moet je afstand kunnen nemen. Anders houd je het niet vol.”

Als ds. Van Wingerden bereikbaarheidsdienst heeft, komt het voor dat hij geroepen wordt bij een stervende patiënt die rooms-katholiek is. „En dan wordt me wel eens gevraagd of ik het sacrament van de zieken wil bedienen. Ik leg dan uit dat ik dominee ben en dat ik in die hoedanigheid niet aan dat verzoek kan voldoen, maar dat ik wel met de patiënt en de familie wil bidden. Vaak stemmen ze daarmee in.”

Het werk in het ziekenhuis is zeer veelzijdig. „Soms kan het gebeuren dat je staat te bidden op de intensive care. Zomaar, tussen alle toeters en bellen van de apparatuur. Dan weer moet je als predikant regelen dat ruziënde familieleden niet tegelijk bij een stervende vader of moeder op bezoek zijn - of elkaar zelfs niet zien. Er is bijna geen situatie te bedenken, of je kunt er hier mee geconfronteerd worden. En toch steeds maar weer proberen in gesprek te gaan, te luisteren, aandacht voor de mensen te hebben. Ook als ze boos zijn, op de kerk of op God.”

De zondagse preekbeurten in de gemeenten in het land zijn voor ds. Van Wingerden van groot belang. „Ik preek vrijwel iedere zondag twee keer. Dan mag de accu weer opgeladen worden. Zo heb ik zondag in een gemeente gepreekt over Gideon. De richter die van de Heere de opdracht krijgt om het volk Israël te verlossen uit de hand van de Midianieten. En dan heeft Gideon allemaal waaroms en tegenwerpingen. En de Engel van de Heere luistert. Mooi, hè? Hij luistert. Gideon mag alles zeggen en hij mag ook nog een teken vragen. En als hij dan uiteindelijk aan de Engel vraagt of hij nog een bokje mag slachten en een offer mag brengen, dan wacht de Engel des Heeren. Hij geeft Gideon alle tijd.

Zo is de Heere. Dat mogen wij doorgeven, uitstralen. En weet je wat er dan aan het einde van die geschiedenis staat? Dat Gideon een altaar bouwt voor de Heere en dat hij dat altaar noemt: ”De Heere is vrede”. Daar moet het naartoe, dat we dát leren zeggen. En als we daar soms het middel toe mogen zijn, dan is dat genoeg. Meer hoeft echt niet.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer