Israël wacht op Palestijnse stappen
Met de afbraak van de woningen en het opruimen van de militaire installaties voltooit Israël dezer dagen de ontruiming van de Gazastrook. Premier Ariel Sharon sluit met de terugtrekking een hoofdstuk in de geschiedenis van Israël af. Israëliërs en Palestijnen verschillen van mening over wat ze nu moeten doen om de vrede dichter bij te brengen.
De Palestijnen zouden het liefst zien dat zij en de Israëliërs onmiddellijk naar de onderhandelingstafel terugkeren en een permanente overeenkomst sluiten. Dat vredesverdrag moet dan bepalen dat er een Palestijnse staat komt in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever. Zo’n akkoord houdt volgens de Palestijnen in dat Israël zich terugtrekt naar de grenzen van voor 1967, met hier en daar een grenswijziging. Het vredesplan voor Israël en de Palestijnen, de routekaart voor de vrede, spreekt over een Palestijnse staat.
De meeste Israëlische politici zijn het met de Palestijnen eens dat er een Palestijnse staat moet komen die de toekomst van Israël als democratische en joodse staat veiligstelt en voorkomt dat het land afglijdt naar een apartheidsstaat of binationale staat. Maar wat hen betreft is de volgende stap nu aan de Palestijnen. Die moeten nu de eerste fase van de routebeschrijving uitvoeren: de ontmanteling van de terreurorganisaties.
Vervolgens wil Israël een Palestijnse staat binnen tijdelijke grenzen. Daarvoor zou Israël de ”buitenposten” die door de radicale ”heuveltopjeugd” zonder toestemming van de overheid zijn opgericht, moeten ontmantelen.
Met de permanente regeling wil Israël de grote nederzettingenblokken behouden. Het is van mening dat het daarin gesteund wordt door de Amerikaanse president George Bush. Deze schreef in april 2004 in een brief aan premier Sharon dat het „onrealistisch” is dat de onderhandelingen tussen Israëliërs en Palestijnen zullen leiden tot „een volledige terugkeer naar de bestandslijnen van 1949.”
Volgens de Israëlische interpretatie houdt dat in dat Israël niet terug hoeft naar de grenzen van voor de Zesdaagse Oorlog van 1967. Het kan dus grote nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever als Ma’ale Adumim, Ariel en Efrat behouden. In totaal zouden er dan 50.000 tot 80.000 Israëliërs moeten verhuizen omdat hun nederzettingen worden afgebroken.
Verder is Israël van plan om in 2008 geen Palestijnen vanuit de Gazastrook meer toe te laten om in Israël te werken. Het is nog onduidelijk hoe de Palestijnen met hulp van buitenlandse hulp de economie in de Gazastrook binnen korte tijd voldoende op kunnen bouwen zodat de inwoners niet meer afhankelijk zijn van werk in Israël.
De radicale islamitische terreurbeweging Hamas heeft echter andere plannen. Na de in de ogen van de Hamas-activisten succesvolle strijd tegen de Israëliërs in de Gazastrook, moeten de acties tegen de „bezetter” op de Westelijke Jordaanoever worden opgevoerd. De beweging, die een legertje heeft van 5000 soldaten, ziet zichzelf, aldus het vroegere hoofd van de Israëlische veiligheidsdienst Avi Dichter, als volwaardig alternatief voor de Palestijnse Autoriteit.
De meeste analisten gaan ervan uit dat de Palestijnse terreurbewegingen het zwaartepunt van hun strijd zullen verplaatsen naar de Westelijke Jordaanoever en hun aanslagen op de joodse nederzettingen en de bijbehorende toegangswegen zullen opvoeren. Het zal evenwel steeds moeilijker zijn zelfmoordaanslagen in Israël uit te voeren vanwege de aanleg van de veiligheidsbarrière. Het is echter niet uitgesloten dat militante Palestijnen in de toekomst explosieven op Israël zullen afvuren.
De Amerikanen menen dat nu veel afhangt van de Palestijnen. President Bush liet weten dat zij moeten aantonen dat zij een goed functionerend bestuur in de Gazastrook op kunnen zetten. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Condoleezza Rice, zei in een interview met The New York Times dat „de Palestijnse Autoriteit de infrastructuur van de terroristen moet ontmantelen.”
Jeruzalem wacht nu op daden van de Palestijnen, en wordt daarin gesteund door de Amerikanen. De Palestijnen verwachten echter stappen van de kant van Israël die hen dichter bij een staat in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever brengen. Maar voorlopig doet Israël niets. Eerst moet het de eenzijdige terugtrekking uit de nederzettingen verwerken.