Arm, armer, armst, maar ziende op een rijke Jezus
De theologen G. D. Krummacher, H. F. Kohlbrugge en P. Geyser waren beter bekend met de Via Dolorosa in het Jeruzalem van weleer dan met de straten en stegen van hun eigen Wuppertal, zo stelde dr. J. Kommers gisteravond in Papendrecht. „Hun leven en sterven lag geborgen in de dood van hun Heiland.”
Uitgeverij Groen organiseerde woensdagavond een symposium naar aanleiding van de dissertatie van dr. Kommers, ”Ontwaakt, gij die slaapt! Het reformatorisch getuigenis van Gottfried Daniël Krummacher, Hermann Friedrich Kohlbrugge en Paul Geyser tijdens de Erweckung in het Wuppertal van de negentiende eeuw.” Dr. Kommers verdedigde deze dissertatie op 12 mei van dit jaar aan de Potchefstroom University for Christian Higher Education in Zuid-Afrika.
Prof. dr. A. de Reuver hield een causerie over deze dissertatie. Hij prees de jonge doctor om zijn aanzienlijk werk: „Het bevat een schat aan historische en bibliografische informatie en verraden een verbluffende belezenheid, met name op het terrein van de historische homiletiek. Er is weliswaar al heel wat geschreven over Kohlbrugges theologie en spiritualiteit, maar de historische context van zijn optreden kreeg slechts fragmentarisch aandacht. In deze studie wordt heel de kerkelijke, politieke en sociale dampkring van zijn tijd beschreven en geëvalueerd.”
De promovendus, werkzaam als zendingspredikant in Mozambique, gaf een toelichting op de voorgeschiedenis en de inhoud van zijn boek. Hij was gegrepen en gefascineerd geraakt door de preken van ”die drei Männer im Wuppertal”. „Hun preken hebben een zeggingskracht waar je niet meer los van komt. Uit deze preken waait een eeuwigheidslucht. Ze laten geen enkele ruimte voor uitvluchten. Mensen worden gewezen op het bevrijdende nochtans van het geloof. Door hun krachtige woordverkondiging hebben deze preken een brugfunctie van de Reformatie naar deze tijd.”
Onder de prediking van de Wuppertalse mannen kwam het verlossingswerk van Christus sterk op de mensen af. „Dat Christus komende is, gaf hun preken een diepe geladenheid. In de gemeenten zelf werd het Woord onderzocht, er werd over gesproken. Men bezat een grote bijbelkennis.”
Prof. De Reuver stelde dat de drie mannen, die overigens helaas weinig oog hadden voor de sociale leven met al zijn nijpende vragen, een profetische allure bezaten. Geyser had dit verreweg het meest. „Hij had maar één Dag in het vizier. Elk moment verwachtte hij het klinken van de laatste bazuin.” Bij de andere twee lag dit anders: „Als het Kohlbrugge om één grote dag ging, dan was het Goede Vrijdag in het jaar 33!” En Krummacher vond dat het geheim van de genade schuilde in het perfectum van de heilsgeschiedenis: Gethsémané, Gabbatha, Golgotha.
Het geheim van de Wuppentaler Erweckungsbewegung was volgens De Reuver niets anders dan de krachtige doorwerking van het levende Woord Gods. „Daarin moest men maar onderduiken, vond Kohlbrugge. Dan doet de Geest Zijn werk. Christus zoekt een hart dat zo leeg en arm is dat Hij er helemaal in kan wonen. De Heilige Geest zoekt een klankbodem voor al Zijn troostvolle woorden. En Hij begint om zo te zeggen van onderop: waar de armoede het grootst is en de verlorenheid het diepst, daar begint het Evangelie.”
Dát was Kohlbrugges separatie, zo stelde De Reuver. „Waar zo wordt gepreekt, daar gebeurt wat. Met recht heet dat Erweckungs-prediking. Doden zullen horen het Woord van de levende God, levenwekkend, richtend en reddend. Krummacher verwoordt dit als volgt: „Het gaat niet van wandelen tot lopen, en van lopen tot opvliegen met arendsvleugelen, maar precies andersom. Arm, armer, armst. Steeds even arm, maar op een steeds even rijke Jezus gezien! Niet op iets eigens, maar op Hem gezien!””
De plaatselijke predikant ds. C. B. Stam sloot de drukbezochte bijeenkomst af met gebed.