Deze resultaten zijn afkomstig uit een grootschalig onderzoek van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) in het politiedistrict Tilburg.

Voor de SWOV is de uitslag reden om de Nederlandse overheid op te roepen niet langer te dralen en op te treden tegen ”combigebruikers”, ondanks het ontbreken van limieten, aldus SWOV-woordvoerster Maas. Daarbij gaat het om verbeterde wetgeving, opsporing en vervolging, zonder dat het ten koste gaat van de bestrijding van alcohol in het verkeer.

Bij het SWOV-onderzoek zijn de risico’s van het gebruik van drugs en alcohol bepaald door het gebruik onder gewonde bestuurders te vergelijken met dat van willekeurige bestuurders. Van de gewonden was 17,5 procent ”combigebruiker”, van de willekeurige bestuurders slechts 0,8 procent.

Van de zwaargewonden had ongeveer 18 procent letsel door drugsgebruik, vaak in combinatie met alcoholgebruik. Daarbovenop was nog eens 17 procent het gevolg van alleen alcohol.

Jongemannen tussen de 18 en de 25 jaar noteerden het hoogste drugsgebruik. Ruim een op de zes had verdovende middelen, variërend van cannabis en cocaïne tot xtc, gebruikt. Bijna 15 procent werd positief op een enkele drug getest, 3 procent op een combinatie van drugs en van drugs en alcohol. Onder alle bestuurders waren die percentages veel lager.

In totaal zijn op vrijwillige basis 3799 willekeurige en 184 ernstige gewonde bestuurders getest op drank-, drugs- en medicijnengebruik.

In 2006 begint een nieuw grootschalig Europees onderzoek om meer inzicht te krijgen in de tolerantiegrenzen van drugs en slaap- en kalmeringsmiddelen. Zo kunnen dan wettelijke limieten, zoals de maximumpromillages voor alcoholgebruik, worden vastgesteld. De politie zal dan wel over betrouwbare en efficiënte middelen moeten beschikken om deze stoffen op te sporen, aldus de SWOV.