Binnenland

Zwaar weer voor Zeeuwse pontjes

„Zonder subsidie zou het echt niet gaan”, zegt schipper Leen Pape van de Frisia 3 terwijl hij het stuurwiel met zijn voet bedient. Het toeristische netwerk Fiets een rondje met een pontje kan zichzelf niet bedruipen en ook de aantallen passagiers zijn weinig moedgevend. Dinsdag kwam de organisatie in beraad bijeen.

Jacob Hoekman
24 August 2005 09:51Gewijzigd op 14 November 2020 02:52
TERNEUZEN – De Frisia 3 verlaat de haven van Terneuzen, op weg naar Hoedekenskerke. Het pontje verzorgt een van de routes van de stichting Fiets een rondje met een pontje. Het aantal mensen dat gebruikmaakt van het pontjesnetwerk, dat alleen in de zomer
TERNEUZEN – De Frisia 3 verlaat de haven van Terneuzen, op weg naar Hoedekenskerke. Het pontje verzorgt een van de routes van de stichting Fiets een rondje met een pontje. Het aantal mensen dat gebruikmaakt van het pontjesnetwerk, dat alleen in de zomer

In Hoedekenskerke is de Frisia 3 op een zonnige woensdagmorgen niet moeilijk te vinden. Dat komt niet omdat er zo veel borden staan -er staat er niet één- maar omdat er maar één vaartuig in aanmerking komt. De vlaggetjes op het dek wapperen vrolijk in de zeewind. Enkele fietsers torsen hun stalen ros de loopbrug op. De juist gearriveerde Stoomtrein Goes-Borsele spuugt zwarte rookwolken over de dijk. Passagiers reppen zich naar de volgende toeristische attractie. Het veer Hoedekenskerke-Terneuzen is klaar voor vertrek.

De bemanning van de Frisia 3 kost de stichting Fiets een rondje met een pontje weinig: schipper Leen Pape en zijn vrouw Koosje -die de passagiers van een natje en droogje voorziet- doen het werk op vrijwillige basis. Toch is dat niet afdoende om de zomerveerdienst voor fietsers en voetgangers rendabel te maken, zegt Pape. „Er komt behoorlijk wat subsidie bovenop, zowel van de gemeente Borsele als van Terneuzen.”

Klapper
Dat die subsidie broodnodig is, geldt niet alleen voor het veer over de Westerschelde. Het pontjesnetwerk van de stichting bestaat uit maar liefst twintig verbindingen, allemaal in de Zeeuwse wateren of iets daarbuiten. Naast Hoedekenskerke-Terneuzen zijn dat tot de verbeelding sprekende routes als van Den Osse naar de Slikken van Flakkee, of van Zijpe naar Anna Jacobapolder. Eén pontje vaart in Belgische wateren: dat van Doel naar Lillo.

Behalve het permanente fiets-voetveer van Vlissingen naar Breskens varen de meeste pontjes alleen in juli en augustus, en ook dan nog slechts op bepaalde dagen. Het wijdvertakte netwerk zou een toeristische klapper moeten zijn, maar is dat sinds de start in 1996 nooit echt geworden.

De stichting Fiets een rondje met een pontje ziet zich dan ook geplaatst voor twee grote problemen. Het eerste wordt veroorzaakt door de gemeenten die subsidie moeten verlenen. Die hebben daar niet allemaal evenveel zin in. Het tweede probleem is de bezetting van de pontjes: Verschillende veerdiensten varen regelmatig zonder passagiers. De massa toeristen weet het pontjesnetwerk tussen de Zeeuwse eilanden blijkbaar nog niet echt te vinden.

vraag (u14(Veel mensen klagen over de gebrekkige promotie. In verschillende havens staat niet eens aangegeven waar je moet zijn, en in de gunstigste gevallen hangt er een foldertje op een bord. Dat kan toch beter?

plattekst (u15,1,0(„Dat is inderdaad een aandachtspunt”, zegt voorzitter C. J. van Liere van het pontjesnetwerk, tevens burgemeester van Noord-Beveland. Dinsdag kwam het bestuur van de stichting bijeen, op een van de pontjes natuurlijk. „Een paar jaar terug hebben we de gemeenten gevraagd verwijsborden aan te brengen. Sommige hebben daar helaas niks mee gedaan. Het beste zou zijn als er een digitaal pontjesinformatiepunt zou komen. Voor volgend jaar proberen we dat voor elkaar te krijgen.”

Ook de subsidie ziet niet iedere gemeente zitten. In januari besloot de gemeente Kapelle de garantiesubsidie voor de pontjes op haar grondgebied af te schaffen. De gemeente Schouwen-Duiveland schrapte de bijdrage in navolging van Kapelle, zodat de pont van Wemeldinge naar Zierikzee niet langer terug kan vallen op een gemeentelijke bijdrage. Om onwillige gemeenten de wind uit de zeilen te nemen, zou Van Liere het liefst zien dat de provincie als grote geldschieter over de brug kwam. „Maar de gedeputeerde wil helaas niets van een pontjesfonds weten.”

Ouden-van-dagenbond
Op het dek van de Frisia 3 zit een twintigtal passagiers van de zon te genieten. „Een gemiddelde dag”, schat schipper Pape in, terwijl hij de mensen vanuit zijn stuurhut overziet. „Morgen gaat het goed. Dan hebben we een groep die mee wil, dat trekt je gemiddelde flink omhoog.” Lachend: „De complete katholieke ouden-van-dagenbond ofzo.”

Niet alleen het pontje over de Westerschelde heeft te kampen met een tegenvallend aantal passagiers, weet Pape. „Ik woon zelf in Sint Annaland. Het pontje dat daarvandaan naar Zijpe vaart, heb ik al zo vaak leeg zien gaan. Daar krijgen ze 1400 euro subsidie voor die twee maanden die het vaart.”

En ook Hansweert-Perkpolder, een zomerverbinding die na veel getouwtrek tot stand is gekomen, functioneert volgens Pape matig. „De schipper van die pont zei me eens dat hij regelmatig honderd mensen aan boord heeft. Maar ik ken iemand die daar regelmatig komt. Er komen hoogstens vijftien mensen van die boot, zegt hij.” En dat terwijl er zo veel te beleven is. De schipper: „Ik heb hier wel zeehondjes zien zwemmen. Voor de mensen zijn deze tochtjes gewoon erg leuk.”

Daar zijn „de mensen” het wel mee eens. „Ik zou het erg jammer vinden als het pontje opgeheven werd”, zegt passagier De Jager-Bal uit Hoedekenskerke, die haar kleinkinderen Astrid en Zoë op een retourtje Terneuzen trakteert. „Ons dorp blijft door het pontje toch een beetje op de kaart staan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer