AzG kritiseert VN over voedselhulp aan Niger
De voedselhulp van de Verenigde Naties aan Niger is onvoldoende. Dat stelt Artsen zonder Grenzen (AzG) in een dinsdag verschenen rapport. Volgens de organisatie vallen vooral kinderen jonger dan vijf jaar in de gebieden die het zwaarst zijn getroffen buiten de boot.
AzG doet daarom een beroep op VN-secretaris-generaal Kofi Annan de hulp beter af te stemmen op de mensen die deze het hardst nodig hebben. Annan is dinsdag in het Afrikaanse land gearriveerd om met president Tandja de voedselcrisis te bespreken, aldus de BBC. Hij zal onder meer een ziekenhuis bezoeken en praten met hulpverleners.
Volgens AzG doet het Wereldvoedselprogramma van de VN (WFP) te weinig aan de ernstige ondervoeding in Niger. „Het programma verdeelt hulp op basis van de opbrengst van de oogst in diverse regio’s”, aldus AzG. „Daarbij houdt het geen rekening met het daadwerkelijke voedselgebrek onder de bevolking. Al sinds november 2004 is duidelijk dat deze methode niet werkt.”
Verder vindt AzG dat de VN te traag op de voedselcrisis in Niger hebben gereageerd. „De VN wijten de crisis aan droogte en een sprinkhanenplaag. In november steunden ze de beslissing van de Nigerese overheid om de crisis alleen via gesubsidieerd voedsel te bestrijden”, aldus AzG. „De armste en zwaarst getroffen Nigerezen hadden zo nog steeds geen toegang tot hulp.”
Twee weken geleden ontkende president Tandja nog dat er sprake is van een hongersnood in zijn land. Hij zei tegen de BBC dat er in sommige gebieden sprake is van beperkte voedseltekorten, die niet ongewoon zijn voor het Afrikaanse land. Het staatshoofd stelde dat oppositiegroepen en hulporganisaties valse propaganda over de situatie in Niger hadden verspreid.
Volgens de VN lijden zeker 2,5 miljoen mensen onder de voedseltekorten.