VEB wil schadevergoeding om KPNQwest
De Vereniging van Effectenbezitters (VEB) wil een schadevergoeding loskrijgen voor beleggers in het failliet gegane telecombedrijf KPNQwest. De beleggersvereniging legt een claim op tafel bij onder andere oud–bestuurders en grootaandeelhouders omdat KPNQwest ten onder zou zijn gegaan aan wanbeleid en slecht bestuur. Beleggers hebben daardoor een flinke schade geleden, aldus de VEB dinsdag.
KPNQwest heeft in 1999 ruim 1 miljard euro opgehaald met een beursgang. Later heeft het telecombedrijf, dat zich op de zakelijke markt richtte, ook voor 1,55 miljard euro leningen uitgezet. Daardoor bedraagt de totale schade van het faillissement meer dan 2,5 miljard euro.
Als opstapje naar een schadevergoeding heeft de VEB dinsdag een enquêteverzoek ingediend bij de Ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam. De beleggersvereniging wil dat de Ondernemingskamer een onderzoek instelt naar de gang van zaken rondom het faillissement. De uitkomsten van het onderzoek kunnen worden gebruikt om een schadeclaim te onderbouwen.
VEB–directeur P. de Vries stelt dat hij een „hartstikke sterke" zaak heeft. De voorman van de beleggersclub is ervan overtuigd dat de ondergang van KPNQwest te wijten is aan wanbeleid. „Als dat hier niet het geval is, eet ik mijn hoed op". De VEB werkt al de geruime tijd aan de zaak rondom KPNQwest.
De beleggersvereniging beticht KPNQwest onder meer van misleiding omdat het bedrijf een onjuist beeld zou hebben gegeven van zijn financiële positie, onrealistische prognoses gaf en de omzet te hoog voorstelde. Ook spreekt de VEB van belangenverstrengeling met de grootaandeelhouders, de telecombedrijven KPN en Qwest.
De Vries wil voor een schadevergoeding allereerst aankloppen bij de voormalige bestuurders en commissarissen van KPNQwest. Daarna komt de Amerikaanse grootaandeelhouder Qwest aan de beurt en vervolgens KPN. Bij het failliete KPNQwest zelf is niets meer te halen.