Dit zegt de voormalige Servische minister van Justitie Vladan Batic (56) in een interview dat het Duitse weekblad Der Spiegel maandag heeft gepubliceerd. Hij verwijst naar een „verplichtende aanwijzing” van hogerhand waarbij een officier van justitie het arrestatiebevel moest opheffen tegen Mira Markovic, de echtgenote van Slobodan Milosevic. Zo’n procedure is „uniek in onze justitiële geschiedenis.”

De achtergrond hiervan is een deal tussen premier Kostunica en ex-president Milosevic, aangezien de regering in het parlement de gedoogsteun van Milosevic’ socialisten nodig heeft, zo zegt Batic, zoals anderen voor hem.

Batic was minister van Justitie ten tijde van premier Zoran Djindjic, die in oktober 2000 hielp het Milosevic-bewind ten val te brengen en in maart 2003 werd vermoord. Volgens Batic is het moordcomplot georganiseerd door de geheime diensten, in samenwerking met criminelen en „hen die in Den Haag zitten”, met de toestemming van de Servisch-orthodoxe patriarch Pavle.

Een man die ooit door Milosevic’ zoon Marko met een kettingzaag is bedreigd, heeft de aanklacht ingetrokken. „Wat moest die man anders doen?” aldus Batic. „Zijn moeder schreef me een hartverscheurende brief: Marko’s vrienden bedreigden de familie dag en nacht.”

Ratko Mladic is volgens Batic „zeer vaak in Servië, meestal in Belgrado.” De voormalige Bosnisch-Servische legerleider „wordt, net als andere oorlogsmisdadigers, nog steeds in bescherming genomen door leger, kerk en Kostunica.”

Toen Batic zelf minister van Justitie was onder Djindjic, wist hij wel dat Mladic regelmatig in Belgrado kwam, maar kon niets doen. Batic: „Hij had de bescherming van het leger, en dat viel niet onder de regering. De politie kon geen oorlog tegen het leger beginnen.”