Binnenland

Goesenaar is zacht als appelmoes

Zeshonderd jaar wachten op een jubileum. Sommige inwoners van Goes vinden dat niet zo slim van hun stad. Maar in de Zeeuwse provinciestad wordt niet gesjoemeld met jaartallen. „Goesenaren hebben rechte ruggen”, zegt de burgemeester, al spreekt de geschiedenis hem tegen.

Niek Stam
23 August 2005 10:59Gewijzigd op 14 November 2020 02:52
GOES – Het hart van Goes wordt gevormd door het oude stadhuis en de Grote of Maria Magdalenakerk. De stad kreeg 600 jaar geleden stadsrechten, maar al honderden jaren daarvoor werd de stad in archiefstukken genoemd. - Foto’s RD
GOES – Het hart van Goes wordt gevormd door het oude stadhuis en de Grote of Maria Magdalenakerk. De stad kreeg 600 jaar geleden stadsrechten, maar al honderden jaren daarvoor werd de stad in archiefstukken genoemd. - Foto’s RD

De vier oude mannen op het leugenbankje aan de Grote Markt weten het zeker. „Goes is nooit geen 600 jaar”, zegt meneer Vaees (75). „Veel ouder natuurlijk”, beaamt meneer Berendsen (86). De anderen knikken. Bewijzen hoeven niet te worden geleverd. Zoiets voel je gewoon aan.

Het 600-jarige jubileum is dit jaar evenwel groots gevierd in Goes. Deze zomer vonden diverse festiviteiten plaats op de grote markt, waaronder een omvangrijk toneelstuk over de geschiedenis van de stad. De heren op het bankje vinden dat maar niets: „We kunnen elkaar soms niet eens verstaan.”

Binnen in de Oude Kerk wordt een academische zitting gehouden over de Goese geschiedenis. Historicus en Zeeuw prof. Cees Dekker doet een boekje open over Goes in vroeger tijden. Hoe de stad eerst opbloeide door zoutwinning en lakennijverheid, maar later genekt werd door oorlog en de verzanding van de Schelde. Ook weet hij dat de naam Goes van het woord ”gans” komt, maar hij heeft er geen verklaring voor kunnen vinden.

Dekker bewijst dat al lang geleden een gezonde wedijver aanwezig was met het grote Middelburg. Hij heeft er harde cijfers bij. Tijdens een grote verloting in 1540, om de stadskas te spekken, vallen er 79 prijzen. Er gaan er 59 naar deelnemers uit het bevriende Mechelen en Antwerpen en 18 naar Bruggenaren. De Middelburgers krijgen er 2.

Het lijkt erop alsof niet alleen met verlotingen de hand werd gelicht. Met de in 1405 van graaf Willem VI verkregen stadsrechten, had de stad ook bevoegdheid tot rechtspraak gekregen. Maar het valt te vermoeden dat de stad in de zeventiende eeuw niet rigoureus genoeg omging met zijn rechterlijke volmacht. Spreker prof. S. Groenveld heeft er zelfs een volksliedje over gevonden: „Wie wil stelen en niet hangen/ ga naar ter Goes en late zich vangen/ want de heren van ter Goes/ zijn zo zacht als appelmoes.”

Hoe zit het met de huidige bestuurders? Ook last van slappe knieën? Burgemeester D. J. van der Zaag ontkent het. Goesenaars hebben rechte ruggen, zegt hij. „In de twaalf jaar dat ik hier zit heb ik altijd zeer constructief samengewerkt. Ik hoop hier nog lang te kunnen blijven.”

Al trekt de invoering van het dualisme wel een wissel op de gemeentepolitiek, merkt de burgemeester. Er is nu sneller wrijving tussen college en gemeenteraad. „Maar dat is best goed”, orakelt hij, „want besturen is emotie.”

Waar staat Goes nu om bekend? Een bewoner somt het moeiteloos de bezienswaardigheden op: „De Grote of Maria Magdalenakerk, het stadhuis aan de markt, de haven en de binnentuin van het oudemannenhuis.” De eerste twee zijn prominent zichtbaar in de skyline van de stad, aangevuld met de reusachtige televisietoren. Naar verluidt krijgt het gevaarte binnenkort een nuttige functie; er worden mogelijk appartementen in gebouwd.

Het hart van de stad is uniek te noemen, meent stadsgriffier J. Adriaanse. „Het is in 600 jaar altijd hetzelfde gebleven.” Adriaanse kan het weten want hij is tevens stadshistorieschrijver. Hij is bezig om de geschiedenis van Goes in de 18e eeuw op te tekenen. Een dankbare taak, omdat dit tijdperk volgens Adriaanse „een vergeten eeuw” is in de lokale geschiedschrijving.

Op de academische zitting komt ook de leeftijdskwestie aan de orde. Mogen op straat de opvattingen erover verschillen, professor Dekker vindt dat Goes dit jaar een volwaardig jubileum viert. „Ik ben er trots op dat Goes gewoon kijkt naar haar stadsrechten en het niet hoeft te doen met een schamele eerste vermelding in archiefstukken. Niet zelden bouwen andere steden daar immers hun jubilea op.”

Als het daarom gaat wordt de stad al in 976 vermeld, weet Dekker: „Dan had Goes al in 1976 zijn 1000-jarig jubileum kunnen vieren.” Met enige voldoening constateert hij echter dat ze dat in de ganzenstad „domweg vergeten zijn.”

Dit is het negende deel in een serie over plaatsen die dit jaar een jubileum vieren. Volgende week dinsdag het laatste deel.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer