Dat heeft één van de leiders van de actievoerders, burgemeester Màximo Abad van Nueva Loja, zondag laten weten.

Eerder dit weekeinde besloot de staatspetroleummaatschappij Petroecuador al de productie van olie op kleine schaal te hervatten. De uitvoer van de kostbare brandstof ligt nog stil.

In het noordwesten van het Zuid-Amerikaanse land was de olieproductie eerder deze week na tal van protestacties opgeschort. Orellana en Sucumbíos waren sinds maandag het toneel van felle betogingen en acties gericht tegen de olie-industrie. De regering, Petroecuador en multinationals zouden de belangen van de plaatselijke bevolking negeren en schaden.

De regering riep woensdag de noodtoestand uit in de twee provincies en stuurde troepen om de olieproductie weer op gang te krijgen. Naar aanleiding van de onlusten stelde president Alfredo Palacio generaal Jarrín Romàn aan tot minister van Defensie. Hij is de vervanger van Solón Espinosa, die is ontslagen omdat hij niet hard genoeg zou hebben opgetreden tegen de actievoerders. Jarrín zei dat hij indien noodzakelijk geweld zal gebruiken om de orde en rust te herstellen in Orellana en Sucumbíos. „Iedere burger heeft recht op bescherming", aldus Jarrín volgens de Ecuadoraanse krant La Hora.

De actievoerders waren aanvankelijk niet van plan een punt te zetten achter hun blokkades, omdat hun leiders, Abad en gouverneur van Sucumbíos Guillermo Munçoz, vrijdag waren gearresteerd. De politie liet de twee zaterdag vrij. Kort daarop lieten Abad en Munçoz weten dat de acties zijn opgeschort en dat de vertegenwoordigers van de provincies, multinationals en regering de komende week door onderhandelingen een oplossing voor het conflict proberen te vinden. Munçoz stelde dat de multinationals die concessies in de oliesector in Ecuador hebben meer belastingen moeten gaan betalen en dat een deel van dat geld naar de olierijke provincies dient te gaan.