„Scholen nodigen ons steeds vaker uit, bijvoorbeeld naar aanleiding van advertenties. Maar we benaderen zelf ook onderwijsinstellingen”, zegt Bunt. „Maandag staan we bijvoorbeeld met een stand bij de Universiteit Nijmegen. Op die universiteit zijn we de afgelopen jaren ook meer dan eens geweest.”

De bond verzorgt lessen in zowel het basis- als het voortgezet onderwijs. Twee scholenwerkers nemen deze lessen voor hun rekening.

Het afgelopen jaar kreeg Bunt vooral veel positieve reacties vanuit algemeen-christelijke scholen. „Die hadden we allemaal aangeschreven en ze reageerden opvallend positief.” Bunt denkt niet dat scholen de bond inschakelen omdat het taalgebruik onder leerlingen meer verruwt. „Wel denk ik dat ze die uitingen steeds meer als probleem zien. Ook de toenemende interesse in normen en waarden speelt volgens mij duidelijk mee.”

De komende tijd wil de bond meer aandacht geven aan scholen in regio’s waar tot nu toe niet veel gastlessen zijn gegeven. „Limburg bijvoorbeeld, maar ook Brabant is in beeld.” Een ander streven is het bestaan van de bond onder de aandacht te brengen van openbare scholen. „We komen daar al wel, maar nog niet vaak genoeg.”

De wijze van presentatie is volgens Bunt in de loop van de jaren veranderd. „We geven nu meer powerpointpresentaties. En binnenkort willen we filmpjes vertonen waarin leerlingen hun mening geven over grof taalgebruik.” Behalve het voorlichten van leerlingen, bezoeken de gastdocenten ook ouderavonden om ouders te informeren.

Ook bij sportclubs probeert de bond onwenselijk taalgebruik aan te pakken. Vooral voetbalverenigingen plaatsen borden met oproepen tegen vloeken en schelden. FC Dordrecht was in januari de eerste club in het betaalde voetbal die een dergelijk bord liet plaatsen.

De Bond tegen het vloeken moet volledig draaien op donateurs en vrijwilligers.