„Scheiding kerk en staat schiet door”
De gematigde scheiding tussen kerk en staat, zoals die in Nederland sinds de jaren tachtig gangbaar was, ontwikkelt zich steeds meer richting een radicale scheiding. Emeritus hoogleraar prof. dr. C. W. Couwenberg is hierover bezorgd, zo liet hij weten tijdens een eerste ”werkconferentie” van de Samen op Weg-kerken over de multiculturele samenleving. Leden van het triomoderamen, van generale raden en beleidsmedewerkers van LDC en RDC’s waren bijeen om een startsein te geven voor de bezinning op deze kwestie.
Wat willen de SoW-kerken eigenlijk met de multiculturele samenleving? De grote kerken lijken wakker te worden nu de multiculturele samenleving in plaats van een ideaal steeds meer een drama wordt. In 1999 belegden de SoW-kerken een conferentie over dit thema en gaven ze een tweetal nota’s uit. Maar nu is een nieuwe visie van de kerken op de multiculturele samenleving noodzakelijk, zo stelde Ane Mulder, projectleider ”Kerk-zijn in een multiculturele samenleving” en beleidsmedewerker voor interreligieuze dialoog. Hij wees op allerlei ontwikkelingen, zoals de uitlatingen van El-Moumni en de aanslagen in Amerika.
De feiten weten we inmiddels: Nederland telt 16 miljoen inwoners, van wie 1,5 miljoen niet-westerse allochtonen zijn. Nederland wordt zelfs officieel een immigratiesamenleving genoemd. Christenen vormen nu een minderheid van 28 procent ten opzichte van niet-christenen (72 procent) en christenen zijn ook nog eens een religieuze minderheid naast moslims (800.000), hindoes (50.000), boeddhisten (40.000) en Joden (30.000). Een opmerkelijk fenomeen is ook de aanwezigheid van 850.000 allochtone christenen.
Prof. dr. H. Vroom (godsdienstwetenschappen, VU) noemde de term multiculturele samenleving „volstrekt onzinnig.” Elke samenleving dient volgens hem een gemeenschappelijk aantal waarden te onderschrijven op basis waarvan samenleven mogelijk is. Uitspraken als „Het land is vol” duiden volgens hem op demonisering van vreemdelingen. De komst van de migranten heeft geen gelijke tred gehouden met meer woningen, wegen en andere voorzieningen. „Onze jongeren zitten nu met onbetaalbare huizen en plukken nu de wrange vruchten dat we de natuur zo graag wilden behouden.” Wat we nu meemaken is gewoon de globalisering, met als consequentie de „volksverhuizing.” Kerken kunnen ook nog steeds moeilijk wennen aan de teloorgang van hun meerderheidspositie.
De groepen in de multiculturele samenleving leven volstrekt langs elkaar heen. Dat was, aldus Couwenberg, al het geval in de Republiek van de 17e eeuw. „Dus wat dat betreft is er weinig nieuws.” De emeritus hoogleraar staats- en bestuursrecht uit Rotterdam bepleitte een „gemeenschapsdienst” omdat de samenleving steeds kwetsbaarder wordt. „Er ontstaan niet geringe spanningen als je niet een restrictief beleid volgt.”
De discussie speelde zich af aan de hand van enkele stellingen. De eerste was: De gelijkheid van man en vrouw wordt niet alleen door het christendom maar ook door andere religies ondersteund. Daar waren de aanwezigen het overwegend mee oneens, al wisten ze niet of de oorzaken historisch of theologisch bepaald zijn. Binnen zowel de islam als het christendom wordt de vrouw niet bepaald gelijk behandeld, zo vonden de meeste deelnemers. De hervormde synodepreses, ds. A. W. van der Plas, merkte op dat bijvoorbeeld uitsluiting van de vrouw van het ambt niet verhindert dat vrouwen zeer geëmancipeerd kunnen optreden in de samenleving, zoals blijkt uit hun positie in vissersplaatsen.
Zijn criminele Marokkaanse jongeren het product van de Nederlandse samenleving? De deelnemers waren beducht voor criminalisering van groepen. Maar de Marokkaanse hulp van Josien Folbert, beleidsmedewerkster islam, zou deze stelling zeker beamen. „Het is stom van de Nederlandse overheid om hun een uitkering te geven, zodat ze elke dag op straat kunnen hangen en ’s morgens kunnen uitslapen.” Maar hoe is hun behuizing? zei een ander. „De veel te kleine ruimten thuis veroordelen hen ertoe hun leven op straat door te brengen.”
Een interessante stelling was dat de scheiding tussen godsdienst en staat een noodzakelijke voorwaarde is voor multicultureel samenleven. Prof. dr. G. G. de Kruijf merkte op dat de woorden „in het Westen” toegevoegd moeten worden. In de islam vormen politiek en godsdienst een diepe eenheid. Prof. Vroom was het daarmee niet eens: de scheiding tussen kerk en staat heeft diepe wortels in de islam en Marokkaanse moslimfundamentalisten willen in hun land graag een scheiding om maar van de macht van de koning af te komen. Hij verwees ook naar een recente Tsjechische godsdienstwet die de godsdienst helemaal terugdringt in het privé-leven. „De Raad van Kerken heeft daartegen geprotesteerd.”
Drs. J. Spinder van het Centrum voor Educatie merkte op dat godsdienstonderwijs iets toevoegt aan de kwaliteit van het onderwijs. In Frankrijk is het geven van godsdienst verboden gezien de radicale scheiding tussen kerk en staat. Maar daar doet zich nu het probleem voor dat men niet met godsdienst kan omgaan omdat men er niets van af weet.
Een allochtone deelnemer beklaagde zich er woensdag over dat christenen weinig te bieden hebben. „We zijn blijkbaar zo arm geworden dat we niets meer van het erfgoed kunnen doorgeven. Kinderen horen op school meer van de islam dan van het christendom.”