Zendingsmiddag in Oene in teken van de eindtijd
„De mensen leven in de greep van de angst. Van wie moet de wereld de boodschap van troost anders horen dan van u en mij? Heft uw hoofd omhoog.”
Ds. A. L. van Zwet, hervormd predikant te Woudenberg, sprak deze woorden woensdag tijdens de zendingsmiddag in Oene. Deze jaarlijkse bijeenkomsten werden in 1947 gestart door de bekende toenmalige predikant van Oene, ds. J. T. Doornenbal.
Het thema van de samenkomst was ”De wederkomst van Christus”. Ds. Van Zwet sprak naar aanleiding van Johannes 14:1-3. Hij zei dat gedachten aan de wederkomst van Christus bij veel mensen vrees veroorzaken. „Is er niet te veel angst om buiten te blijven in plaats van de troost om bij Christus te horen? Troost is het tegenwicht om de geestelijke balans te vinden. Jezus vertroost Zijn discipelen met de woorden dat Hij terug zal komen. Het is nodig om die troost te kennen.”
De predikant gaf daarvoor een aantal handreikingen. Het eerste handvat was dat christenen dienen te beseffen dat de wederkomst een schakel is in de ketting van Pasen, Pinksteren en wederkomst.
De volgende gedachte was dat Jezus in de hemel bezig is om het werk van Zijn komst klaar te maken. „Jezus houdt de weg naar het Vaderhuis open. Hij baant de weg naar de stralende toekomst. Als we Christus kennen en weten dat Hij onze hoop is, Die voor ons plaats bereidt, hoeven we niet bang te zijn dat God de Vader ons niet aanneemt.”
Ds. Van Zwet zei dat het ook troost geeft dat de ogen van Christus de Zijnen zullen zoeken tijdens Zijn wederkomst. „De troost weegt op tegen alles wat we er op aarde voor over moeten hebben. Heft uw hoofd omhoog.”
De plaatselijke hervormde predikant, ds. A. J. van den Herik, had de bijeenkomst geopend met een kort woord uit Psalm 98.
Ds. R. P. van Rooijen, hersteld hervormd predikant te Houten, sprak vanuit Lukas 12:32-41 over het verlangen en het waakzaam zijn met het oog op de wederkomst. „Waakzaam zijn betekent in het leven van alle dag het doen van de wet van de Heere. Het is niet aan een dienstknecht om uit te maken wat hij wil. Een dienstknecht vraagt: „Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal?” Het moet een leven zijn van het haten en ontvluchten van de zonde. De oude mens moet afgebroken worden. Een christen moet van dag tot dag vernieuwd worden. Daarvoor is bidden en werken nodig. Een gevaar van een niet-waakzaam leven is dat een mens zichzelf gaat verheffen.”
Aan het slot van zijn toespraak haalde ds. Van Rooijen een uitspraak aan van het sterfbed van de voormalige slavenhandelaar John Newton: „Ik ben nu nog in het land der stervenden, maar spoedig zal ik in het land der levenden zijn.”
Ds. W. Chr. Hovius, hervormd emeritus predikant te Apeldoorn, nam tijdens zijn toespraak stelling tegen het gezegde dat we leven in een donkere tijd. „We mogen vanmiddag zeggen: „Het is een goede tijd waarin we leven.” Ben je wel eens blij geweest dat je mag leven in de tijd van de Zaligmaker en dat je Hem overal bekend mag maken?”
Die uitspraak nam niet weg dat hij opmerkte dat „de nacht lijkt te vallen over West-Europa, dat betere tijden heeft gekend.”
De spits van zijn toespraak lag in Openbaring 22:7. Ds. Hovius vond het thema van de wederkomst belangrijk. „Het moet niet zo zijn dat sekten en stromingen met de wederkomst aan de haal gaan, omdat wij het thema hebben laten liggen. De overdenking moet leiden tot verwachting. Laat de wereld maar spotten. De Heere is bezig te komen.”