Afperser Rocky T. ook verdacht van valse bommeldingen
Rocky T., die vastzit wegens afpersing en bedreiging van John de Mol, wordt door het openbaar ministerie in Rotterdam ook verdacht van een valse bommelding op 1 december 2004. Toen werd op Rotterdam Centraal Station een intercity stilgezet na een telefoontje dat in de trein een man zou zitten met een handgranaat.
Uit voorzorg werd die dag al het treinverkeer naar Rotterdam CS stilgelegd en het station ontruimd. Dat leidde tot veel overlast. De politie doorzocht de trein, maar vond geen man met een handgranaat.
Justitie in Amsterdam verdenkt de 35–jarige Amsterdammer ervan in de tweede helft van 2004 John de Mol en zijn bedrijf te hebben afgeperst. Toen dit geen effect sorteerde, bedreigde hij De Mol en zijn medewerkers met de dood. De rechtbank in Amsterdam behandelt woensdag deze zaak pro forma. In juni moest hij ook al eens voor de rechter verschijnen.
Het OM in Rotterdam spoorde hem voor de bommelding op in samenwerking met het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en de spoorwegpolitie. Het NFI ontdekte dat de stem van de man op de bandopname leek op die bij een andere melding die aan het instituut was voorgelegd. Ook leverde de uitzending van Opsporing Verzocht van 3 januari tips op die naar de identiteit van de vermoedelijke dader verwezen.
Justitie verdenkt de Amsterdammer van vier valse meldingen: die van 1 december 2004, op 27 november 2002 in Rotterdam en op 4 december 2002 in Assen. Bovendien verdenkt het OM hem ervan op 20 april 2004 in Zwolle te hebben gemeld dat in de trein een man met een vuurwapen zou zitten. Al deze telefoontjes veroorzaakten forse overlast omdat diverse veiligheidsmaatregelen moesten worden genomen.
Op 1 december had de NS ook al te maken met voetbalsupporters op weg naar de wedstrijd Feyenoord–Schalke 04 die over de sporen liepen.