Dat heeft een rechter in Delaware dinsdag bepaald. Er was over deze kwestie een zaak bij hem aangespannen door de Amerikaanse Unie voor Burgerrechten (ACLU). Die ondernam een poging om het bidden zoals dat plaatsvindt bij de Indian River School District Board of Education te laten verbieden. Ook klaagde de organisatie elk van de bestuursleden van de school afzonderlijk aan.

Zij hadden de afgelopen tijd ondanks voortdurende druk van de ACLU vastgehouden aan de gewoonte om een kort gebed uit te spreken bij de aanvang van allerlei ontmoetingen in schoolverband en verwezen daarbij naar „de vrijheid van geweten van elk individu.” Zij benadrukten voorts dat niemand van het personeel, de leerlingen en de verdere aanwezigen verplicht is om deel te nemen aan het gebed of het moment van stilte.

Rechter Joseph Franan verwierp de verzoeken om op te treden. Van een schending van de grondwettelijke bepalingen is volgens hem geen sprake. Een beroep op de scheiding van kerk en staat wees hij van de hand. Elke overheidsinstelling, op welk niveau dan ook, mag een vergadering met gebed openen, oordeelde hij.

Een woordvoerster van het Rutherford Institute, dat de bestuurders van de school bij deze aangelegenheid vertegenwoordigt, merkt in een reactie de uitkomst aan als „een belangrijke overwinning.”

Zij constateert dat in het hele land het gebed bij vergaderingen van schoolbesturen onder vuur ligt, maar hoopt dat het vonnis in Delaware een positieve invloed zal hebben op soortgelijke zaken elders in de VS.

De ACLU van haar kant heeft aangekondigd de strijd tegen het aanroepen van God te zullen voortzetten.