Dat zei president-directeur Hans Smits dinsdag tijdens een toelichting op het afgelopen halfjaar. De overslag van uit Rusland afkomstige olie groeit snel. De Rotterdamse haven profiteert van de wereldwijde opleving in containervervoer. De terugloop bij Europese hoogovens zorgt voor een daling van de aanvoer van ijzererts.

Er zijn drie plekken aangewezen waar terminals voor vloeibaar aardgas (LNG) kunnen komen. Bij de Papegaaiebek op Maasvlakte onderzoeken tankopslagbedrijf Vopak en Gasunie de haalbaarheid van een LNG-terminal. Petroplus heeft hiervoor de tegenoverliggende Kop van Beer op het oog. Als uitwijkmogelijkheden heeft het havenbedrijf de Vierde Petroleumhaven en een locatie op zee achter de hand.

Met de bouw van een terminal is tussen de 300 en 400 miljoen euro gemoeid. In de terminal wordt het vloeibare gas vanuit de tanker aan land gepompt. Na omzetting in gas vindt het via pijpleidingen zijn weg naar het achterland. In de haalbaarheidsstudies wordt uitgegaan van terminals die jaarlijks elk 6 miljard kubieke meter vloeibaar aardgas verwerken. Als de vraag stijgt, kan deze capaciteit verdubbelen. Volgens het havenbedrijf vormen de LNG-terminals geen groot risico voor de omgeving.

De oliemaatschappij Petroplus heeft inmiddels een startnotitie voor de Milieu Effect Rapportage (MER) ingediend. Het havenbedrijf rekent erop dat eind 2006 de bouwvergunningen worden verleend, waarna de bouw medio 2007 zal starten. De Rotterdamse haven gaat met de plannen de strijd aan met de LNG-terminal in het Belgische Zeebrugge, tot nu toe de enige in Noord-Europa. Het energiebedrijf Essent en het olie- en gasconcern ConocoPhillips onderzoeken de mogelijkheden voor een LNG-terminal in de Groningse Eemshaven.