Opinie

Kinneging en Colombia

De verkiezingsuitslagen in Nederland hebben het debat over de inhoud en het gehalte van de polderdemocratie weer eens even aangewakkerd. Zaterdag zette de conservatieve filosoof Andreas Kinneging in het dagblad Trouw uiteen op welke punten de democratie in Nederland lelijk is scheefgegroeid. De trias politica deugt niet meer. Het belangrijkste kwaad is volgens hem dat er in Nederland nu geen sprake is van scheiding en evenwicht tussen regering en parlement. Met nieuwkomer Jan Peter Balkenende is de persoon gekomen die in de ogen van Kinneging kan breken met ingesleten ondemocratische gewoontes.

Marie van Beijnum
29 May 2002 17:28Gewijzigd op 13 November 2020 23:35

Kinneging gaat uit van de westerse invulling van de representatieve democratie. Dat is een democratie waarin het volk de besluitvorming door middel van de stemprocedure in handen legt van een vertegenwoordigend lichaam, het parlement oftewel de volksvergadering. Daarmee is dan het parlement het podium geworden waarin meerderheden en minderheden de samenleving regelen en inrichten. Jammer genoeg was het overleg de laatste jaren verlegd naar het Torentje.

Onmiskenbaar zijn er in dit verband parallellen te trekken tussen de polderdemocratie en de Andes-democratieën. De afgelopen twintig jaar brak dat werelddeel alle democratische records. Nog nooit waren zoveel landen -uitgezonderd Cuba- zo lange tijd democratisch na een lange tijd van dictatuur en despotie.

Dat democratieën daar nog in de kinderschoenen staan, is logisch. Voor de vorming en verfijning ervan had het Westen eeuwen nodig, dus in dit opzicht valt Zuid-Amerika niets te verwijten. De kwaliteit van de meeste nieuwe democratieën in Latijns-Amerika is mager, om verschillende redenen. Vaak neemt een president bijvoorbeeld beslissingen via decreten, buiten het parlement om. Evenmin bevorderlijk voor de democratie is het feit dat militairen, multinationals (alsmede de VS) een ongekende invloed hebben in Zuid-Amerika. Vaak zijn ze versmolten met de heersende democratisch gekozen regimes, waarmee dan het parlement een podium is geworden voor de verdeling van de gevestigde belangen. Een niet te onderschatten factor is de vrije markt, waardoor de kloof tussen arm en rijk is vergroot. De informele sector nam enorm toe. Van de staat hebben de paupers niets te verwachten: geen bescherming of sociale voorzieningen. Geen wonder dat er weinig vertrouwen heerst in formele instituties.

Neem Colombia, waar de bevolking afgelopen zondag naar de stembus ging. Net als in Nederland heeft de kiezer daar gesproken en aan duidelijkheid helemaal niets te wensen overgelaten. De keus viel op president Alvaro Uribe. Nu lijken democratie en Colombia haast onverenigbaar van karakter. Er heerst een 38 jaar lange bloedige burgeroorlog die verwoestende sporen achterliet. Rechtse paramilitaire groepen, het leger, de drugsmaffia en de linkse guerrilla staan elkaar naar het leven over de rug van de burgers heen. Ontvoeringen en corruptie tasten Colombia tot op het bot aan. Tot bij het absurde af. Presidentskandidate Ingrid Betancourt werd in februari gekidnapt en is nog steeds niet gevonden. Haar moeder trok met een pop die haar dochter voorstelde door het land om de campagne voort te zetten.

Toch is Colombia een democratie. Het volk heeft gesproken. Beter gezegd, het uitte een noodkreet. Het wil, net als de aanhang van Fortuyn, wat anders. Er moet een einde komen aan de zinloze wreedheden, aan de oorlog die verlammend werkt en zoveel slachtoffers kost. De puinhopen van het tweepartijenbewind waar de Conservatieven en de Liberalen de dienst uitmaakten, zijn onoverkomelijk groot geworden.

Voor talloze Colombianen was -net als voor veel Nederlanders- de maat van de achterkamertjespolitiek vol. Alleen daarom wist de partijloze Uribe miljoenen Colombianen voor zich te winnen met de belofte de linkse guerrilla (FARC) keihard aan te pakken. Te lang had de regering aangemodderd met de FARC. Daarbij ging ze zelfs zo ver om de guerrilla’s een gebied te geven waar ze zelf mochten regeren. Maar de proeftuin van de toekomstige vrede faalde, zodat de reguliere strijdkrachten Farcolandia moesten heroveren.

Niet iedereen is blij met de komst van Uribe als president. Hij zal extra geld in de defensie stoppen om de guerrilla te verdrijven. Mensenrechtengroeperingen vrezen daarom het ergste. Toch is het beter Uribe het voordeel van de twijfel te geven. Zijn monsterzege van 53 procent in de eerste ronde markeert het failliet van de traditionele partijen. De oude politieke kliek in Bogotá is met een geweldige klap naar de marge geschoven. Laat de nieuwelingen in Colombia daarom de aangeboden kansen grijpen en waarnemen.

Uribe kan een instrument zijn om de verdieping van de democratie in Colombia te bewerken. Dit klinkt als vloeken in de kerk, maar toch is het zo. Als hij respect toont voor democratische instituties -waar hij de man naar lijkt- moet hij zowel de guerrilla als de paramilitairen (AUC) aanpakken. Beiden lappen namelijk alle democratische regels aan de laars. Alles is beter in Colombia dan de wurgende greep van de FARC en de AUC. Als FARC en AUC zijn uitgeschakeld, krijgt de democratie in Colombia mogelijkheden. Uribe kan dan verder met zijn ambitieuze agenda om het parlement met de helft in te krimpen en de corruptie te verminderen, banen te scheppen, wegen te bouwen, pensioenstelsels te herzien en het onderwijs te verbeteren.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer