De voorzitter van de VOMI heeft „volledig begrip” voor de woorden van minister Bot maandag in Den Haag bij de herdenking van de capitulatie van Japan. „Het merendeel van de reacties uit de achterban is positief”, aldus Vis.

Volgens Bot kwam Nederland door de grootschalige inzet van militaire middelen „als het ware aan de verkeerde kant van de geschiedenis te staan. Pas achteraf is te zien dat de scheiding tussen Indonesië en Nederland langer heeft geduurd en met meer militair geweld gepaard is gegaan dan nodig was geweest.”

Vis stemt in met deze woorden. „De Nederlandse overheid heeft in die tijd grote fouten gemaakt. Veel Indië-gangers zagen die destijds al.” De voorzitter van de VOMI denkt niet dat het kabinet de politionele acties die tussen 1945 en 1949 plaatsvonden afkeurt. „Bot scheidt nadrukkelijk deze twee zaken”, aldus Vis.

De minister doet recht aan zowel de veteranen als de Indonesiërs, stelt Vis. Beide partijen werden volgens hem eerder door de halfslachtige houding van Nederland tekortgedaan. „Minister Zalm heeft op de veteranendag al gezegd dat de Indië-gangers hun plicht hebben gedaan. Nu aanvaardt Nederland 17 augustus en doet daarmee de Indonesiërs recht”, aldus Vis.

Volgens de voorzitter wordt het tijd een punt achter de kwestie te zetten. „De Indië-gangers en de betrokken Indonesiërs worden, als ze het halen, 80 jaar in dit decennium.” Het is volgens Vis „een zaak van de Indonesiërs dat ze op 17 augustus hun onafhankelijkheid vieren en het is onze zaak dat wij in Nederland zeggen dat ze op 27 december 1949 onafhankelijk werden.” Dat zijn volgens de voorzitter de feiten. „De erkenning helpt de strijdbijl te begraven.”

Directeur J. Blom van het Nederlands Instituut voor Oorlogs Documentatie (NIOD) wijst erop dat de woorden van Bot „een stap zijn in de normalisering en verbetering van de relatie met Indonesië.”