Visienota PKN: De kerk is geen aflopende zaak
„Niet neergang, maar geloof in de kracht van het Woord dient het leven van de kerk te bepalen.”
Dat schrijft het moderamen van de Protestantse Kerk in Nederland in een dinsdagmorgen openbaar gemaakt visiedocument met de titel ”Leren leven van de verwondering”. In dit stuk geeft de synode „de richting aan voor de kerk in haar geheel en daarmee ook voor de dienstenorganisatie van de kerk. De dienstenorganisatie zal zich bij het formuleren en uitvoeren van haar gehele beleid richten naar de in deze nota verwoorde visie”, zo schrijft het synodebestuur.
Het visiedocument, dat werd toegezegd tijdens de laatste generale synode en besproken zal worden op de synodevergadering van 30 september, is bedoeld voor „alle” gemeenten binnen de Protestantse Kerk in Nederland. De gemeenten worden opgeroepen om aan de hand van de notitie „zélf het gesprek aan te gaan over het door de plaatselijke gemeenten te formuleren beleid met het oog op hun identiteit, roeping en toekomst.”
In een algemene inleiding wordt uitgelegd wat de Protestantse Kerk in Nederland wil zijn. „Protestanten zijn –in de oorspronkelijke betekenis van het woord– mensen die ”een publiek getuigenis afleggen”. In alle openheid en openbaarheid staan zij voor de verkondiging van het evangelie van Jezus Christus”, aldus de nota.
Niet neergang, maar geloof in de kracht van het Woord moet het leven van de kerk bepalen. „Daarom zetten wij ons in om tot een verandering van onze blikrichting te komen. Wij willen weg van het verlammende gevoel dat de kerk een aflopende zaak zou zijn. Onze tijd biedt allerlei kansen en mogelijkheden en ons staan nieuwe middelen ter beschikking. Wij geloven in de blijvende kracht van het christelijke geloof.”
Volgens het document is de kerk „een gemeenschap rond het Woord.” „Het Woord is de oorsprong van de kerk, de grond onder haar voeten, haar grootste vreugde en vaste hoop voor de toekomst. De kerk wordt gedragen door het Woord.” De plaatselijke gemeente is het „kloppend hart” van de kerk en de gemeenteleden zijn „ambassadeurs van het Woord.” Het synodebestuur stelt dat de gemeente „daarom” missionair is.
„De kerk leeft uit Gods genade in Jezus Christus en belijdt de Heilige Schrift als enige bron en norm van de verkondiging. Zij put uit de bronnen van de calvinistische en lutherse traditie.” De pluriformiteit van de kerk wordt gezien als „rijkdom en uitdaging.” „Rijkdom, omdat Gods openbaring in Christus te groot is voor één enkele gestalte. Uitdaging, omdat pluriformiteit gemakkelijk kan worden tot een niets verplichtende vrijblijvendheid die leidt tot onverschilligheid en zich isoleren van de ander.” Daarom moet in de kerk het onderlinge gesprek gevoerd worden. „Want hoe verscheiden de Protestantse Kerk ook is, toch gaat het in de veelkleurigheid van de kerk om de belijdenis van de Naam boven alle namen, Jezus Christus.”
Het kerkbestuur wijst erop dat er meer zicht zou moeten zijn op het feit dat de kerk „wereldwijd gezien een snel groeiende beweging is.” „Crisis, verlegenheid en aanvechting kunnen voor de kerk nooit het laatste woord hebben.”
Aan het einde van het document verwoordt het moderamen elf „uitgangspunten van beleid.” Daarin wordt gesteld dat de PKN „een kerk van het Woord” wil zijn. „Wij willen opnieuw een missionaire kerk zijn en op nieuwe wijze leren spreken en getuigend handelen.” De kerk wil nadruk leggen op de „eigen ontwikkeling van gemeenten. Hierbij worden zij –als zij dit wensen– bijgestaan door de dienstenorganisatie. Die zal sterk gericht zijn op de eigenheid van de gemeente.”
De kerk wil ook het gesprek in gemeenten en tussen gemeenten onderling bevorderen. „Wij vragen van elkaar om in de eigen gemeente en met andere gemeenten in gesprek te gaan over onze roeping om gemeente van Christus te zijn. Dit kerkelijke gesprek moet steeds meer het karakter van een geloofsgesprek krijgen. De classes zullen hierbij een inspirerende rol spelen.”
De jeugdbewegingen binnen de kerk wordt gevraagd „om steeds meer en nauwer samen te werken.” De kerk wil zoeken naar „nieuwe vormen van spiritualiteit. Wij putten daarbij dankbaar uit de bronnen van het protestantisme, maar zullen ook gebruikmaken van wat ons wordt aangereikt vanuit andere christelijke tradities.”
De PKN zoekt „nauwere samenwerking met andere kerken en met verwante organisaties. Ook krijgen de zogenaamde modalitaire uitvoeringsorganisaties alle ruimte om –in samenwerking met of op eigen kracht– voor de gehele kerk beschikbaar te zijn. Ons doel zal daarbij vooral de missionaire presentie zijn. Oecumene moet doelgericht zijn.” De PKN wil „vooral” de banden met de migrantenkerken aanhalen en de samenwerking verdiepen en verbreden.
De kerk streeft er verder naar om het eigen imago naar buiten toe te verbeteren.