Onderonsje van zeebonken op het IJ
Vanaf het houten campagnedek kijkt hij onderzoekend naar het wolkendek boven de haven van IJmuiden. Jhr. Robin Snouck Hurgronje, zeeman in hart en nieren, heeft er vertrouwen in. „Mijn intuïtie zegt dat het tijdens SAIL 2005 zonnig zal zijn”, zegt de kapitein van de Prins Willem, replica van het grootste VOC-schip dat ooit werd gebouwd. Dinsdagavond vaart hij vanuit IJmuiden naar Amsterdam.
Snouck Hurgronje moet het aan boord stellen zonder moderne navigatieapparatuur en zonder computermodellen voor het voorspellen van de weersverwachting. „Wij varen met dit schip puur op het gevoel.” Als de kapitein zich niet vergist, staat de zon op punt van doorbreken. „De wind verandert voortdurend van richting: noordwest, noordoost, noordwest. Dat wijst op de komst van ander weer.”
Dinsdagavond vertrekt de zeeman met de Prins Willem, het bijna 70 meter lange vlaggenschip van het provinciebestuur van Noord-Holland, vanuit IJmuiden naar Amsterdam, waar hij zal aanmeren aan pier 16 van de Oostelijke Handelskade. Woensdagochtend volgen tientallen andere windjammers en tall ships tijdens de parade waarmee SAIL 2005, het grootste, maritieme publieksfeest van Nederland, van start gaat. De organisatie verwacht de komende dagen ruim 2 miljoen bezoekers. Vanaf het dek van de Prins Willem zullen tal van vip’s morgen een vlootschouw afnemen.
Voor kapitein Snouck Hurgronje, oud-marineofficier met 35 jaar ervaring op zee als commandant van een fregat en een onderzeeboot, is het zeilevenement in Amsterdam vooral een onderonsje van bekende zeebonken uit onder meer Rusland, Griekenland en Schotland. „We vormen met elkaar een klein wereldje: ons kent ons. We ontmoeten elkaar geregeld bij maritieme evenementen en wedstrijden”, zegt hij.
Snouck Hurgronje is op internationale zeilmanifestaties meestal van de partij met zijn eigen zeilschip, de Apollo, een stalen tweemaster. Tijdens SAIL 2005 voert de zeezeiler het commando over de Prins Willem, een replica van een schip dat onder dezelfde naam in de zeventiende eeuw in dienst was van de VOC en dat Den Helder als thuishaven heeft. De kapitein-ter-zee b.d. doet dat op speciaal verzoek van het provinciebestuur van Noord-Holland.
Kapiteins van de grote zeilschepen hebben één ding gemeen, weet Snouck Hurgronje: Ze houden van de zee. „De zee kan ontzettend tekeergaan, hij laat niet toe dat je fouten maakt, je moet altijd op je hoede zijn, maar hij is nooit vals. Je gaat altijd een eerlijke en open strijd met het water aan.”
Veruit de meeste zeelieden hebben een ruige uitstraling, erkent Snouck Hurgronje. Elke dag schone kleren aan, zich wassen en de haren kammen is er niet bij. Tijdens de dagen van SAIL 2005 wel, maar dat is alleen omdat het publiek aan de wal dat van de manschappen verwacht. „Op zee verspil je geen water om er mooi uit te zien.”
Zeezeilers zijn volgens Snouck Hurgronje mensen die op zoek zijn naar „zekere vormen van vrijheidsbeleving. Zij houden het niet uit in een rijtjeshuis, maar hebben ruimte nodig. Zij kiezen voor een leven dicht bij de natuur. Ontmoetingen op zee met dolfijnen en walvissen roepen ongelofelijk emoties op. Mannen met zeebenen uiten dan opeens innige gevoelens van tederheid.”
Schepen als de Prins Willem hadden in de tijd van de VOC last van piraterij, tegenwoordig is er de dreiging van terreur. Hoe ernstig moeten bezoekers van SAIL 2005 rekening houden met terroristische aanslagen? De vraag houdt Snouck Hurgronje bezig. „Volgens het gemeentebestuur van Amsterdam is er geen sprake van specifieke dreigementen. Er zijn bovendien de nodige veiligheidsmaatregelen getroffen. Toch verbaas ik me erover dat het evenement zo vrij en zo toegankelijk is. Ik had me kunnen indenken dat Amsterdam zou overgaan tot de verkoop van toegangskaarten, zoals dat ook bij een vergelijkbaar zeilevenement in Brest gebeurt. Dan is er een zekere mate van controle en toezicht, iets wat mij in tijden van internationale onzekerheid niet verkeerd lijkt.”