Twijfelen aan de Bijbel
Vragen staat vrij. Maar niet alle vragen komen voort uit een verlangen om de waarheid te leren kennen. En daar moet het in de kerk juist om gaan.De eindredacteur van de Waarheidsvriend constateert deze week dat er binnen reformatorische kerken een tendens is om allerlei zaken die altijd volkomen duidelijk lagen ter discussie te stellen. Terwijl dat de gemeenteleden niet verder brengt.
Inderdaad staan binnen de gereformeerde gezindte veel oude zekerheden in toenemende mate onder druk. Waar voorheen uitroeptekens stonden, worden nu vraagtekens gezet.
Te denken valt aan de discussie rondom het scheppingsverhaal of de wonderverhalen, aan de vragen rond de homoseksuele levensstijl, aan twijfel over de bijbelse visie op het gezag.
Dat deze tendens zich voordoet, heeft te maken met het moderne levensgevoel. Kenmerkend daarvoor is een afkeer van geloof in zekerheden en van gezaghebbende woorden.
Voor velen lijkt het de hoogste vorm van volwassenheid te zijn: erkennen niets met stellige zekerheid te geloven. Zulke mensen worden geprezen omdat ze zich kwetsbaar opstellen. Was het zoeken naar zekerheden voorheen een kenmerk van de puberteit en de adolescentie, vandaag de dag wordt het als een prijzenswaardige houding van volwassenen gezien.
Daarnaast heeft de moderne mens een afkeer van woorden waaraan absolute geldigheid wordt toegekend. Dat verdraagt zich niet met het tolerantiedenken en met de mening dat je over alles moet kunnen praten.
Woorden van gezag roepen verzet op. En zeker het woord van de Bijbel dat al eeuwenoud is en dus alleen al om die reden -volgens de moderne mens- niet meer kan aansluiten bij de moderne tijd.
De twijfel, de gedachte dat alles bespreekbaar moet zijn en zeker de afkeer van gezag zijn de laatste decennia ook de kerken van de gereformeerde gezindte binnengeslopen. Tot in de verste uithoeken. Soms openlijk, vaak bedekt.
Zelfs al belijdt men dat de gehele Bijbel het Woord van God is, blijken reformatorische christenen daar slechts aarzelend consequenties uit te trekken voor hoe ze in het leven staan. Steeds meer klinkt binnen de gereformeerde gezindte het argument dat maatschappelijke ontwikkelingen en de stand van de wetenschap dwingen tot een nieuw verstaan van de Bijbel.
Dat er in de hedendaagse maatschappij veel verschuift, is zonneklaar. Maar dat is niet uniek. Luther leefde in een tijd waarin ook veel zekerheden wankelden. Met de ontdekkingsreizen ging het wereldbeeld op zijn kop. De dreiging van de moslims die tot aan Wenen oprukten, was groot. De opkomende anatomie ging in de ogen van zijn tijdgenoten veel te ver. En toch stelde hij: Het Woord van God moeten we volledig overeind houden. Geen getorn aan één komma van de Schrift.
Dat dient ook nu de koers te zijn. Het gezag van de Bijbel moet onaantastbaar zijn, ook al kunnen wij met ons beperkte verstand niet alles begrijpen. We hebben niet als betweters de Bijbel te lezen, maar te luisteren als leergierige kinderen. Twijfel was de zaag waarmee satan de kroon op Gods schepping velde. Twijfel zaaien is ook nu nog verwoestend voor kerk.