„Iraakse douane begint eindelijk werk te doen”
Toen ze dit stuk van de Iraakse grens met Syrië, in het noorden bij de stad Sinjar, moesten bewaken, rekenden sommige Amerikaanse soldaten op felle gevechten met buitenlandse strijders, die vrachtwagens vol wapens over de Iraakse grens zouden proberen te smokkelen.
Waar ze in werkelijkheid mee te maken hebben, zijn de slimme manoeuvres van smokkelaars, die bijvoorbeeld karavanen van tientallen beladen ezels op pad sturen zonder begeleiding. De ezels kennen de weg, ze worden aan de andere kant van de grens opgewacht.
De smokkelwaar bestaat vooral uit benzine en sigaretten. De ezels zijn soms zo zwaar beladen dat ze niet meer kunnen opstaan als ze eenmaal zijn gaan liggen om uit te rusten. De waarde van één karavaanlading loopt soms op tot 200.000 dollar (162.000 euro). Met de opbrengst wordt een deel van de opstand in steden als Mosul gefinancierd, meent het Amerikaanse leger.
Hoewel Syrië regelmatig gemaand wordt zijn kant van de grens af te sluiten, ligt ten minste een deel van het probleem in Irak. Veel in het grensgebied wonende Irakezen zijn in de eerste plaats loyaal aan hun stamgenoten in Syrië en pas daarna -eventueel- aan de Iraakse regering.
De grens met Syrië is een politieke, het is van oorsprong een pennenstreek gezet door de Fransen en de Britten na de Eerste Wereldoorlog, verklaart de Amerikaanse inlichtingenofficier James Pavlich.
De loyaliteit van de dorpsbewoners aan opstandelingen in hun eigen omgeving is groot, wat de taak van de Amerikanen bemoeilijkt. Om goodwill te kweken, hebben ze tientallen waterbronnen gegraven. Het doel van de grenscontroles is, behalve het tegengaan van smokkelpraktijken, ook het tegenhouden van buitenlanders die naar Irak komen om deel te nemen aan de opstand. Sinds mei hebben vijftien in het gebied bij Sinjar opgepakte mannen bekend dit van plan te zijn geweest. Voor de overtocht betalen ze 150 tot 200 dollar aan mensensmokkelaars.
De smokkelaars zijn vindingrijk. Ze betalen smeergeld aan Syrische grensbewakers, die vervolgens hun geweren afschieten of neparrestaties verrichten die de aandacht trekken van de Iraakse bewakers, zodat de smokkelaars ongehinderd de grens kunnen oversteken.
Hoewel een groot deel van het grensgebied met Syrië bestaat uit vlakke woestijn, zijn er hier en daar diepe geulen. Een stuk is zelfs bergachtig, wat het betrappen van smokkelaars bemoeilijkt. Recentelijk merkte een Amerikaanse helikopter vijf verdachte mannen en dertig ezels op in de buurt van de grens, maar voordat de grondtroepen hen konden arresteren, waren ze al verdwenen in de dorpen in de buurt.
De Iraakse grensposten kampen met gebrekkig materieel. Bewakers van één grenspost klaagden zelfs over gebrek aan voedsel en zeiden dat ze een deel van de benzine voor hun voertuigen uit eigen zak moeten betalen. De spanningen tussen de Koerdische en de Arabische bewakers lopen soms hoog op.
Zelfs de officiële grensovergang ten noorden van de stad Rabiah baart het Amerikaanse leger zorgen. Onlangs moesten verscheidene corrupte Iraakse bewakers worden ontslagen. Sindsdien zijn er Amerikanen aanwezig bij de overgang om de Irakezen te controleren. De Amerikanen houden elke grenspost in de gaten, zegt kolonel Greg Reilly. De Iraakse grensbewakers, voegt hij eraan toe, beginnen zowaar hun werk te doen.
De honderden Irakezen die de grensposten bemannen, worden getraind door Amerikaanse eenheden. De Irakezen leren langzaam, omdat veel van hen nooit eerder militaire training ontvingen. Ook is een aantal Irakezen onvoldoende gemotiveerd, stelt luitenant Matt McKee.