„Vijf voor twaalf voor visserij”
De gemeenschappelijke visserijpolitiek van de EU wordt voor het eerst in de geschiedenis ingrijpend hervormd, stelt Europees commissaris Fischler vast. De nood dwingt daartoe. Niets doen betekent volgens hem dat de sector langzaam maar zeker ten onder gaat.
Zijn voorstellen kregen dinsdag de steun van „een grote meerderheid” van de Commissie. Zij bevatten geen verrassingen. De afgelopen tijd hebben er op basis van een groenboek al uitgebreide discussies plaatsgevonden. Daardoor was wel ongeveer bekend wat er in de pijplijn zat.
De plannen liggen nu voor aan de lidstaten. De onderhandelingen tussen de ministers kunnen beginnen. Een succesvolle afronding daarvan -voorzien voor december- vereist dat een gekwalificeerde meerderheid ermee instemt.
Frankrijk, Portugal en Spanje hebben in eerste instantie sterk afwijzend gereageerd. De Oostenrijkse EU-bestuurder beseft dan ook dat hij water bij de wijn zal moeten doen. Hij spreekt nadrukkelijk over een compromis als uiteindelijke uitkomst. Denemarken, dat gedurende de tweede helft van 2002 het voorzitterschap van de Unie bekleedt, streeft er in ieder geval eveneens naar voor het einde van dit jaar een definitief akkoord te bereiken over de nieuwe benadering, waarna die per 1 januari in werking treedt.
Het beleid berustte tot nu toe op twee pijlers: jaarlijkse quota voor de toegestane vangsthoeveelheden en meerjarige programma’s voor het verminderen van de vlootcapaciteit. Wat leverde dat op? De visbestanden zijn afgenomen tot voor sommige soorten een dusdanig laag niveau dat uitsterving dreigt. Van een reductie van de capaciteit is geen sprake geweest, doordat met de schepen steeds efficiënter kan worden geopereerd, terwijl de vloot van de zuidelijke lidstaten dankzij Europese nieuwbouwsubsidies werd uitgebreid. Tegelijk verdwenen tussen 1991 en 1998 zo’n 66.000 banen, bijna een kwart van de werkgelegenheid in deze bedrijfstak. En er waren in de meeste landen geen doeltreffende controles en sancties. Kortom, allerminst bevredigende resultaten.
Daarom acht Fischler thans de tijd aangebroken voor een radicale koerswijziging. Hij roept op de moed te tonen om drastische aanpassingen te realiseren. „Het is vijf voor twaalf. Als we geen harde maatregelen treffen, zullen zowel de vissen als de vissers verdwijnen. Het overleven van én de vis én een complete sector binnen de economie staan op het spel”, waarschuwde hij dinsdag bij de presentatie van zijn „ambitieuze hervormingspakket.”
Op grond van de jongste wetenschappelijke gegevens over de nog aanwezige voorraden in de zeeën is een inkrimping van de vangsten vereist, al naar gelang de soort vis en de regio, variërend van 30 tot 60 procent. Dat noopt ertoe ongeveer 8600 vaartuigen uit de vaart te halen, wat overeenstemt met 8,5 procent van het totaal, en het afstoten van 18 procent van het tonnage.
Er zullen honderden miljoenen euro’s beschikbaar komen voor premies die het slopen van schepen aanmoedigen. Ook is er geld om de sociale gevolgen te verzachten, bijvoorbeeld voor het bekostigen van herscholing en voor hulp bij het zoeken van en het omschakelen naar een andere baan.
Het jaarlijkse ritueel van een marathonvergadering waarin de bewindspersonen onderling de quota vaststellen, moet straks tot het verleden behoren. In de beoogde opzet worden de vangsthoeveelheden bepaald in het kader van een meerjarig beheersplan, waarbij de omvang van het bestand aan volwassen vis niet mag dalen onder de biologisch aanvaardbare ondergrens. Een dergelijke aanpak vermijdt sterke fluctuaties en verschaft daarmee de vissers de mogelijkheid tot een betere planning.
Om de naleving van de voorschriften te bevorderen, wil de Commissie een gezamenlijke structuur voor het toezicht oprichten. Zij dringt aan op coördinatie van de controles, op het inzetten van multinationale inspectieteams en op het uniformeren van de sancties bij overtredingen. Nieuwe technieken, zoals een satellietsysteem dat de vaartuigen volgt, kunnen bij dat alles behulpzaam zijn.
Fischler en zijn collega’s constateren verder dat belanghebbenden uit de sector zich niet voldoende vereenzelvigen met het beleid en dat dit negatieve gevolgen heeft voor de naleving van de regels. Daarom geven zij in overweging regionale adviesraden te introduceren waarin vertegenwoordigers van alle betrokkenen zijn verenigd en die suggesties mogen aanreiken aan de afzonderlijke landen en aan Brussel.
„Woensdag hebben we het startschot gegeven voor een sociaal, economisch en ecologisch gezonde EU-visserijsector”, verklaarde Fischler dinsdag in zijn toelichting op de voorstellen. De komende maanden is het woord aan de lidstaten. Waarschijnlijk wacht er nog een pittig politiek gevecht.