Omstreden burgerwachten langs Amerikaans-Mexicaanse grens
De vrijwilligersgroep California Border Watch (grensbewaking van Californië) is enkele weken geleden vanuit Campo begonnen met regelmatige patrouilles langs de grens met Mexico.
„De naam van onze groep is misschien wat misleidend; wij zijn er niet voor de bewaking van de grens zelf maar om illegale immigranten op te sporen. Zodra wij die ontdekken geven wij dat door aan de Border Patrol (de officiële grensbewaking - red.)”, aldus Jim Chase. Als zijn groep geen formele bewakingsfunctie heeft, waarom dragen de leden van de groep dan vuurwapens? „Om onszelf te beschermen tegen immigranten, die soms erg agressief zijn”, aldus Chase, die eerder een vergelijkbare groep had opgericht in het naburige Arizona.
President Bush sprak zich onlangs uit tegen het inzetten van dit soort groepen, die hij ”vigilantes” (burgerwachten) noemde. „Onze grenspolitie is uitstekend berekend op haar taak”, aldus Bush. Ondanks deze afkeuring doen de autoriteiten niets tegen de particuliere groepen. Robert Bonner, plaatsvervangend chef van de Amerikaanse grenspolitie, pleitte vorige maand zelfs voor formele samenwerking tussen zijn dienst en de vrijwilligers. „De hulp van deze groepen kan nuttig zijn”, aldus Bonner.
Een dag later werd hij teruggefloten door zijn hoogste chef, Michael Chertoff, minister voor Binnenlandse Veiligheid. Chertoffs woordvoerder Brian Roehrkasse verklaarde met grote nadruk dat er „geen sprake kan zijn” van formele samenwerking met de vigilantes. Die manifesteerden zich voor het eerst in april onder de naam Minuteman Project in verschillende staten langs de grens met Mexico. Na kritiek van de autoriteiten verdwenen zij, maar nu steken zij onder andere namen weer de kop op.
„Niet-officiële grensbewaking kent hier een lange traditie; vooral in Arizona zijn veel grootgrondbezitters regelmatig op zoek naar illegale immigranten die vanuit Mexico op zoek zijn naar een economisch beter bestaan in de VS”, aldus Rich Macgurn van de groep Gente Unida (Mensen Verenigd), die zich inzet voor een humane behandeling van illegale immigranten. „Illegale immigranten zijn illegale immigranten, daar valt weinig op af te dingen. Maar het is een groot verschil of je die mensen overdraagt aan de grenspolitie of dat je op ze schiet om ze weg te jagen”, aldus Macgurn.
Anti-immigratieactiviteiten nemen de laatste tijd overigens niet alleen toe in de staten die aan Mexico grenzen (Californië, Arizona, New Mexico en Texas). Ook elders in het land wordt melding gemaakt van een stijgend aantal incidenten. In Farmingville op Long Island bij New York -ver van de grens met Mexico- werden onlangs verschillende Mexicaanse immigranten afgetuigd. Volgens de bewoners maken zij „een puinhoop” van het stadje. Onder druk van de publieke opinie zijn sommige huiseigenaren begonnen om illegale Mexicanen op straat te zetten „omdat zij onze woonwetten overtreden.” De enigen die woonwetten overtreden zijn echter huiseigenaren die verhuren aan illegale immigranten.
In Tennessee en South Carolina zijn activisten begonnen om bedrijven die illegale Mexicanen tewerkstellen bij de autoriteiten aan te geven. De anti-immigratiebeweging bedient zich hier soms van vreemde argumenten. Tom Lowe bijvoorbeeld, een van de vertegenwoordigers in de provinciale raad van Hamblen County (Tennessee), beweert dat de vloed van Mexicaanse immigranten een direct gevaar vormt voor de volksgezondheid. „De illegale Mexicanen verspreiden vaak ziekten waarvoor geen goede behandeling bestaat”, aldus Lowe.
„Dit soort verhalen doet het prima bij mensen die tegen immigratie zijn, maar zulke beschuldigingen worden niet door de feiten gestaafd. Het is het oude anti-immigratieverhaal van mensen die zich door de komst van nieuwe immigranten bedreigd voelen”, meent professor sociologie Ronald Mize van de universiteit van Californië in Berkely. De Latino’s vormen momenteel de sterkst groeiende groep ”vreemdelingen” binnen de Amerikaanse bevolking. „Dit zijn geen politieke vluchtelingen, maar mensen die hard willen werken, zelfs voor lage lonen. Sommige Amerikanen zien dat als een directe bedreiging voor hun eigen werkgelegenheid”, aldus Mize.
Sinds de septemberaanslagen in 2001 wordt de Amerikaans-Mexicaanse grens scherper bewaakt dan ooit, vooral om eventuele terroristen op te sporen. Voeg daarbij de toenemende activiteit van particuliere groepen om illegalen te rapporteren, dan verklaart dat het feit dat sommige Mexicanen proberen om de VS via een gevaarlijke route binnen te komen. Zij proberen dat namelijk via de Chihuanhuan-woestijn tussen Mexico en de Amerikaanse staat New Mexico. Een buitengewoon gevaarlijke tocht vanwege de extreme temperaturen en de droogte die tal van immigranten in spe al het leven heeft gekost.
Dat leidde tot een ongewoon initiatief van Mario Luna en Armando Alarcon. Beiden kwamen indertijd als kind illegaal de VS binnen, maar zijn intussen Amerikaans staatsburger. Zij patrouilleren met hun kleine Cessna boven de woestijn om immigranten op te sporen. Ontdekken zij er een paar, dan gooien zij flessen water aan parachutes naar beneden. „Ik ben niet voor illegale immigranten, maar je moet ook niet vergeten dat deze mensen niet voor niets de economische ellende in Mexico ontvluchten. Er sterven er hier genoeg in de woestijn tijdens de overtocht, of door uitdroging of door een zonnesteek. Vandaar onze watermissie, die overigens niet door alle Amerikanen wordt gewaardeerd”, grijnst Mario Luna.