„Alcohol is leuk, aantrekkelijk en alom aanwezig. Jongeren zijn niet zo gevoelig voor verhalen over de risico’s op langere termijn, zelfs niet als gezegd wordt dat drank je hersenen kan schaden. Ze denken: Als ik ouder word, ga ik minder drinken en dan komt het wel goed”, aldus Van Dalen, die tot 2002 voor gezondheidsinstituut NIGZ de campagnes leidde.

De overheid bestrijdt overmatig alcoholgebruik al zo’n vijftien jaar. Op dit moment besteedt het ministerie van Volksgezondheid hier 750.000 euro aan, tegen circa 1,5 miljoen euro tien jaar geleden.

Twee jaar geleden bleek ook al dat het effect van overheidscampagnes mondjesmaat is. Van Dalen: „Het is gevaarlijk om te denken: We voeren campagne en dus is het goed. Een campagne kan een soort alibi worden om verder niets te doen.”

In mei keerde de Kamer zich tegen hogere accijnzen op bier en mixdrankjes. Dat zou toch geen effect hebben op de jongeren, alleen maar op sommige winkeliers.

Eerder kreeg minister Hoogervorst (Volksgezondheid) in de Kamer geen meerderheid voor het afbouwen van de bierreclames van supermarkten en het aan banden leggen van de marketing. „We zitten in een impasse”, stelt Van Dalen vast.

Uit een evaluatie van het NIGZ uit 2003 blijkt dat voorgelichte jongeren niet minder drinken dan jongeren die geen voorlichting hebben gehad. Jongeren zijn zich volgens het rapport bewuster van hun alcoholgebruik, maar passen hun gedrag niet aan.