Pleidooi voor hogere kilometervergoeding
De belastingvrije kilometervergoeding moet omhoog, vinden VVD, ANWB en werkgeversorganisatie VNO-NCW. De 18 cent per kilometer die werkgevers hun werknemers voor zakelijk verkeer mogen uitkeren, weerspiegelt volgens hen allang niet meer de werkelijke kosten.
De ANWB becijfert de werkelijke kosten inmiddels op 20 à 30 cent per kilometer voor een middenklasseauto. De hogere kosten zijn vooral het gevolg van de explosief gestegen brandstofprijzen. Toen de vergoeding ruim twee jaar geleden op 18 cent werd vastgelegd, kostte benzine nog minder dan 1 euro per liter. „Het loopt te veel uit de pas”, aldus de bond.
„Achttien cent is geen reële prijs meer”, beaamt VVD-verkeerswoordvoerder Hofstra. Hij kondigt maatregelen aan. „Dat bedrag moet omhoog en als het kabinet dit onvoldoende repareert, kom ik zelf met voorstellen.” Bij de behandeling van het belastingplan 2004 stelde de VVD al voor de onbelaste kilometervergoeding aan te passen aan jaarlijkse prijsstijgingen. Coalitiepartners CDA en D66 steunden dat voorstel toen niet.
Het CDA onderkent nu wel dat er een probleem is. Werkgeversorganisatie VNO-NCW dringt aan op een „breed pakket maatregelen” om burgers, werknemers en ondernemers te compenseren voor de gestegen brandstofprijzen.
Het ministerie van Financiën laat weten dat de belastingvrije kilometervergoeding „in principe” niet aan de hogere benzineprijzen wordt aangepast.
Tot 1 januari 2004 mochten werkgevers hun werknemers 28 eurocent per gereden kilometer onbelast uitkeren. Daarna daalde de vergoeding tot 18 cent per kilometer. Als werknemers met het openbaar vervoer reizen, mogen alle werkelijke kosten onbelast worden vergoed.