Tweeënhalf jaar celstraf voor doodslaan Ridderkerker
De rechtbank in Rotterdam heeft dinsdag een 22–jarige man veroordeeld tot tweeënhalf jaar celstraf voor het doodslaan van een 32–jarige Ridderkerker op de Rotterdamse Lijnbaan. M. A. uit Den Haag gaf zijn slachtoffer op 15 januari de fatale klap na een woordenwisseling in een broodjeszaak.
Justitie stelde twee weken geleden op de zitting al dat in dit geval geen sprake is van doodslag, maar van zware mishandeling. De rechtbank sloot zich daarbij aan, maar ging niet mee in de eis van justitie van vier jaar cel. Dit in verband met de jeugdige leeftijd van de dader en omdat A. de Ridderkerker niet zou hebben willen doden met de vuistslag. Hij moet de nabestaanden van het slachtoffer wel bijna 57.000 euro schadevergoeding betalen.
De rechtbank stelde dat A. met de klap de kans op letsel voor lief heeft genomen. „U heeft het slachtoffer op een voor hem totaal onverwacht moment in de buik geschopt en hem met gebalde vuist tegen het hoofd geslagen. De dood van het slachtoffer is een rechtstreeks gevolg van uw handelen", zei rechtbank–voorzitster W. van der Bijl. Daarmee sluit de rechtbank aan bij de stelling van officier van justitie D. van der Heem die op de zitting stelde dat „iedereen weet dat je iemand letsel kan toebrengen als je met een gebalde vuist in het gezicht slaat."
A. maakte in de fatale nacht rond een uur of vier in een broodjeszaak ongepaste opmerkingen tegen drie jonge meisjes. Ook behandelden A. en zijn vriend de dames achter de balie niet respectvol. De Ridderkerker, net vader geworden van een dochtertje, maakte over het gedrag van A. een opmerking en er ontstond een woordenwisseling.
Toen het slachtoffer met zijn vriend de zaak verliet, volgde A. hem en gaf hem buiten de winkel een schop in de maag en een vuistslag in het gezicht. De man overleed later in het het ziekenhuis, doordat een slagader in zijn nek gescheurd was.