Het leven van 144.000 ondervoede kinderen loopt gevaar, schat de regering. Hulporganisaties zijn al weken bezig om voedsel af te leveren bij gemeenschappen in het noorden, in de buurt van de stad Timboektoe, en in het oosten, bij de stad Gao.

„Hier heb je altijd een probleem, maar dit jaar is het drie tot vier keer zo erg als anders. We hebben te maken met een ernstige crisis en de wereld moet onmiddellijk reageren”, zegt Patricia Hoorelbeke van het Franse Action Contre La Faim. Zij spreekt verder van „een vergeten crisis.” Een bericht van de VN-organisatie Wereldvoedselprogramma (WFP) bevat een verklaring voor die constatering: „De tv-camera’s die met hun afschuwelijke beelden van de honger in Niger de aandacht van de internationale gemeenschap hebben getrokken, hebben nog niet de getroffen gebieden in Mali bereikt.”

Het gebrek aan steun voor Mali heeft volgens het WFP een „verwoestend” effect. Van de 6 miljoen euro die de VN nodig zeggen te hebben, is slechts 15 procent binnen. De oproep voor Niger heeft meer succes gehad: 70 procent van de 13 miljoen euro die het WFP heeft gevraagd, is toegezegd.

De hulporganisatie Oxfam meent dat de huidige hongersnood in West-Afrikaanse landen is te wijten aan de jarenlange verwaarlozing van deze landen door het Westen. Niger, Mali, Mauritanië en Burkina Faso krijgen slechts een fractie van de westerse hulp die landen als Irak en Afghanistan ontvangen, verklaarde Oxfam gisteren. Niger ontvangt 10 euro per inwoner per jaar, terwijl Irak bijna 74 euro per inwoner per jaar ontvangt.

„Als Niger dezelfde hoeveelheid steun had ontvangen als Irak, dan had deze crisis nooit plaatsgehad”, aldus Natasha Kofoworola Quist, de Oxfam-afdelingsdirecteur voor West-Afrika. „Jammer genoeg geven rijke landen hulp op basis van krantenkoppen en politieke prioriteiten”, zegt hij.