In de toespraak, die hij hield voor de Pakistaanse televisie, ontkende Musharraf dat moslimmilitanten die vechten voor afscheiding van het Indiase deel van Kasjmir opereren vanuit Pakistan. Maar hij zei wel dat India de bevolking van Kasjmir onderdrukt en dat Indiase hindoe-nationalisten aanhangers van andere religies terroriseren.

De Indiase minister van buitenlandse zaken Jaswant Singh zei dat Musharraf met zijn toespraak de spanningen tussen India en Pakistan had opgevoerd, in plaats van verminderd. De woorden van de Pakistaanse president zijn in tegenspraak met de eerder door hem uitgesproken vredeswens en geven blijk van minachting voor de verwachtingen van de internationale gemeenschap, zei Singh.

De internationale gemeenschap wil dat Musharraf ervoor zorgt dat moslimstrijders niet langer vanuit zijn land het Indiase deel van Kasjmir binnendringen. De Britse minister van buitenlandse zaken Jack Straw zei dinsdag na afloop van een onderhoud met Musharraf dat het geen twijfel lijdt dat Pakistan „in het verleden” steun heeft verleend „aan degenen die het omschrijft als vrijheidsstrijders, maar in wie de internationale gemeenschap terroristen ziet”. Hij zei dat de druk op Pakistan gehandhaafd blijft en dat de wereld bewezen wil zien dat Pakistan zijn steun aan de Kasjmirse militanten heeft gestaakt.

Musharraf zei in zijn toespraak dat zijn land begin dit jaar een belangrijke tegemoetkoming heeft gedaan aan India, door vijf militante moslimgroepen te verbieden. Hij beschuldigde India ervan hier niets tegenover te hebben gesteld.

De daders van aanslagen op het Indiase parlement en een kamp van het Indiase leger in Kasjmir zijn volgens Musharraf dezelfde als die van aanslagen op een Pakistaanse kerk die door buitenlanders werd bezocht en een bus met Franse technici die Pakistan hielpen met bouwen van een onderzeeboot. De aanslagen worden gepleegd door mensen die „de spanningen zoveel mogelijk willen opvoeren”, aldus Musharraf.

Singh zei dat „de huidige oorlog tegen terrorisme” geen kans maakt als Musharraf opleidingskampen van militanten in het Pakistaanse deel van Kasjmir niet sluit. Volgens hem heeft „het epicentrum” van het terrorisme zich sinds de val van het Afghaanse Taliban-regime naar Pakistan verplaatst.

De Indiase minister van defensie George Fernandes zei dinsdag dat zich in het Pakistaanse deel van Kasjmir tussen de 2.500 en 3.000 strijders van het vroegere Afghaanse Taliban-regime en van het terreurnetwerk al-Qaida van Osama bin Laden bevinden. Pakistan ontkende dit en noemde de aantijging ongegrond.

De spanningen tussen India en Pakistan liepen op nadat militante moslims in december een aanslag pleegden op het Indiase parlement. Sinds eerder deze maand, toen bij een aanslag op een legerkamp in Kasjmir 34 doden vielen, zijn de spanningen zodanig opgelopen dat een oorlog dreigt. India en Pakistan hebben sinds 1947 drie oorlogen gevoerd, waarvan twee om het tussen beide landen verdeelde Kasjmir.

Dinsdag voerde Pakistan voor de derde keer sinds zondag een proeflancering uit met een raket die kan worden uitgerust met kernkoppen en die India zou kunnen bereiken. De proeflancering van dinsdag was volgens Pakistan de laatste in een reeks. India en Pakistan beschikken beide over kernwapens.