Voorarrest verdachten aanslagen Londen verlengd
De rechtbank in Bow Street in Londen heeft maandag de voorlopige hechtenis van drie van de vier hoofdverdachten van de mislukte aanslagen van 21 juli op het openbaar vervoer in de Britse hoofdstad verlengd tot 14 november.
Ibrahim Muktar Said, Ramzi Mohammed en Yassin Hassan Omar werden in het afgelopen weekeinde formeel aangeklaagd wegens samenzwering tot het plegen van moord, poging tot moord, het maken of bezitten van explosieven met de bedoeling levens in gevaar te brengen of ernstig lichamelijk letsel te veroorzaken en samenzwering om explosieven te gebruiken. Alle drie bevestigden hun namen, maar deden er verder het zwijgen toe.
De vierde hoofdverdachte, Osman Hussein of Hamdi Issac, zit in afwachting van de behandeling van een Brits uitleveringsverzoek vast in Rome. De vier worden ervan verdacht aanslagen te hebben willen plegen in drie metrotreinen en een bus. Hun bommen kwamen niet tot ontploffing, vermoedelijk omdat de zelfgemaakte explosieven te snel verouderd waren.
Een andere verdachte wiens voorarrest werd verlengd is Manfo Kwaku Asiedu. Hij is eveneens aangeklaagd wegens samenzwering tot moord en het gebruik van explosieven. Volgens de Britse pers was hij vermoedelijk de drager van een rugzak met daarin een onontplofte bom, die op 23 juli in een plantsoen in het noordwesten van Londen werd gevonden.
De aanslagen van 21 juli volgden twee weken nadat bij vier soortgelijke aanslagen 56 doden waren gevallen, onder wie de vier vermoedelijke daders. Zondag arresteerde de Britse politie de Brit Haroon Rashid Aswat, die door de Zambiaanse autoriteiten werd uitgeleverd nadat hij in verband met de aanslagen in Londen was aangehouden. Aswat zou met enkele van de daders van de aanslagen van 7 juli een stuk of twintig telefoontjes hebben gepleegd, maar de Britse politie arresteerde hem op grond van een Amerikaans opsporingsverzoek. Aswat zou tussen oktober 1999 en april 2000 in de staat Oregon een trainingskamp hebben opgezet voor ’jihad–strijders’ die naar Afghanistan wilden. Een Britse rechter verlengde zijn voorarrest tot een volgende zitting op donderdag.
Drie andere mannen die maandag in verband met de zaak moesten voorkomen zijn Siraj Yassin Abdullah Ali, Wharbi Mohammed en Asias Girma. Zij worden ervan beschuldigd verdachten te hebben geholpen aan arrestatie te ontkomen. Vorige week verschenen al zes personen voor de rechtbank op de aanklacht dat zij informatie over de verblijfplaats van Hamdi Issac hadden verzwegen. Onder hen waren de vrouw en schoonzus van Issac.
De Franse krant Le Figaro berichtte maandag dat de Franse veiligheidsdienst DCRG ruim een week voor de aanslagen van 7 juli had gewaarschuwd dat er iets broeide onder radicalen in de Pakistaanse gemeenschap in Groot–Brittannië. Drie van de vier daders waren Britten van Pakistaanse afkomst. De DCRG heeft volgens Le Figaro ook bespeurd dat radicale Pakistaanse activisten uit Zuid–Azië en Groot–Brittannië sinds enkele jaren vaker naar Frankrijk komen. De DCRG meent dat er in Frankrijk enkele honderden Pakistanen zijn die ‘de weg van terrorisme en salafisme hebben gekozen om hun haat voor het Westen tot uiting te brengen’, aldus Le Figaro.