De lengte van het Nederlandse wegennet groeide in vier jaar tijd met 2,9 procent. Dat blijkt uit maandagmorgen gepresenteerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

De groei vond vooral plaats in gemeenten waar veel wordt gebouwd. In de gemeenten Bergschenhoek en Berkel en Rodenrijs groeide het wegennet in de periode 2001 tot 2005 zelfs met meer dan 20 procent. In een aantal grote gemeenten zoals Haarlemmermeer, Almere en Amersfoort lag de groei op 10 procent of meer.

Het netwerk van rijkswegen werd in 2004 met 10 kilometer nauwelijks langer: bijna 3270 kilometer aan hoofdrijbanen. In 2004 zijn delen van de A30 bij Ede en de N11 tussen Alphen aan den Rijn en Bodegraven opengesteld. De weglengte van de wegen beheerd door de provincies nam zelfs met bijna 60 kilometer af tot 7740 kilometer, omdat het beheer van bijna al deze wegen is overgegaan van provincie naar gemeente.

Het vaarwegennet heeft in 2005 een totale lengte van bijna 6200 kilometer. Van de vaarwegen is ruwweg een kwart voornamelijk geschikt voor recreatievaart. Eveneens een kwart is geschikt voor vaartuigen met een laadvermogen tot 1000 ton. De helft van de vaarwegen is geschikt voor vaartuigen met een laadvermogen van meer dan 1000 ton, zoals duwstellen en grote rijnschepen.