Economie

Koffieboeren nog niet gelukkig

Er komt verandering in de al vijf jaar aanhoudende klaagzang van de koffieboeren. De internationale koffieprijzen zijn de voorbije maanden eindelijk weer gestegen. Maar het prijsniveau blijft te laag, en de producenten staan machteloos tegenover de schommelingen die speculanten en grote handelaars veroorzaken.

Mario Osava (IPS)
8 August 2005 09:21Gewijzigd op 14 November 2020 02:49

Koffie wordt duurder, en dat heeft vooral te maken met het slinkende aanbod. De koffieoogst in Brazilië, veruit de grootste producent, valt al twee jaar laag uit. Ook in Vietnam -de tweede producent- en in Afrika en Centraal-Amerika werd minder koffie binnengehaald, zegt Nestor Osorio, directeur van de Internationale Koffieorganisatie (ICO). Dat is een gevolg van slechte weersomstandigheden, maar ook van prijzen die lange tijd om te huilen waren.

Een pond koffie (454 gram) kost nu gemiddeld 1 dollar op de internationale markt. De voorbije jaren schommelde de prijs ver beneden dat niveau, met als absolute bodemprijs 40 dollarcent. Dat leidde tot een crisis die miljoenen koffieboeren in vertwijfeling bracht. Osorio is overigens nog niet tevreden met de prijsstijging van dit jaar. Een goede prijs ligt voor hem tussen de 1,20 en 1,40 dollar per pond.

De koffieproducerende landen probeerden de voorbije jaren verscheidene strategieën uit om de prijzen hoog te houden of op te drijven. Tot 1989 spraken ze productiequota’s af, en toen de prijzen daarna kelderden, deden ze hun best om grote hoeveelheden koffie uit de markt te houden tot de prijzen weer beter zouden worden. Maar dat hielp allemaal niet zo veel.

Afspraken maken is moeilijk, omdat ongeveer vijftig landen koffie telen. De koffieproductie kan ook niet naar believen van het ene jaar op het andere verminderd worden: koffiestruiken leveren pas na vier jaar een eerste oogst op, en de koffieteelt kampt met hoge vaste kosten. Het was dus wachten op een automatisch herstel als gevolg van faillissementen en gedwongen reconversie, geholpen door slechte oogsten in Brazilië. Al die factoren samen zorgen ervoor dat Brazilië al twee jaar minder dan 70 miljoen zakken koffie binnenhaalt, terwijl het er 80 miljoen nodig heeft om alle klanten in binnen- en buitenland tevreden te stellen.

ICO-directeur Osorio vindt dat de koffieproducenten er ook voor moeten zorgen dat de vraag structureel toeneemt. Nu kopen handelaars wereldwijd ongeveer 115 miljoen zakken per jaar in, en het doel van de ICO is dat totaal op te drijven tot 140 à 145 miljoen zakken. Osorio ziet „nieuwe verschijnselen” die hoop geven, zoals de opkomst van moderne cafés waar koffie centraal staat. In landen zonder koffietraditie als China en Japan blijkt intussen oploskoffie de deuren te openen voor het zwarte brouwsel.

Nu het prijsniveau niet meer zo veel zorgen baart, klagen de koffieboeren meer over de toenemende prijsschommelingen, een gevolg van speculatie. Grote producenten of coöperaties kunnen inspelen op die sterk variërende prijzen, maar miljoenen kleine koffieboeren ondervinden er vooral nadelen van. Bovendien wordt de internationale koffiehandel beheerst door een handvol transnationale bedrijven, die een grote invloed op de prijzen hebben.

Dat is onder meer merkbaar aan de verdeling van de opbrengst van koffie tussen producenten en verkopers. De koffiecrisis van de voorbije jaren deed de wereldwijde inkomsten uit de export van koffie dalen van 10 à 12 miljard dollar per jaar in de jaren ’80 en het begin van de jaren ’90 tot 5,5 miljard dollar in 2000. Maar cafés en supermarkten behaalden in 2000 ongeveer 80 miljard dollar uit de verkoop van koffie, 50 miljard meer dan in de jaren ’80.

Van 23 tot 25 september organiseert de OIC in het Braziliaanse Salvador de tweede Wereldkoffieconferentie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer