Dat meldde Het Financieele Dagblad zaterdag op basis van anonieme bronnen.

Een woordvoerder van ING kon zaterdag niet bevestigen dat er aangifte is gedaan. „Wij zijn niet geïnformeerd door justitie en er zijn geen stukken bij ons opgevraagd.”

De zaak draait om verboden handel voorafgaand aan de uitgifte van een obligatielening door ING vorig jaar. Informatie over de uitgifte van de lening zou zijn doorgesijpeld naar de afdeling vermogensbeheer van de bankverzekeraar. De vermogensbeheerders adviseerden hun klanten vervolgens hiermee hun voordeel te doen. Ook hebben medewerkers van ING mogelijk geprofiteerd van de voorkennis.

De bankverzekeraar heeft de kwestie zelf in december gemeld. Ook heeft ING een intern onderzoek ingesteld naar de mogelijke handel met voorkennis. Naar aanleiding daarvan hebben twintig werknemers een reprimande gekregen, van wie drie een zware.

Voor financiële concerns geldt een verplichting een strikte scheiding aan te brengen tussen hun adviesfunctie aan beleggers en de afdelingen die bijvoorbeeld emissies van bedrijven begeleiden. Deze zogeheten Chinese muren moeten voorkomen dat klanten van een bankconcern eerder koersgevoelige informatie krijgen dan andere beleggers.

De AFM houdt toezicht op handel met voorkennis. Vorig jaar deed de toezichthouder in dat verband twee keer aangifte bij justitie.