De onderzeeër van de Priz-klasse raakte donderdag tijdens een oefening in de problemen. Vermoedelijk is het vaartuig verstrikt geraakt in visnetten en vervolgens gezonken naar een diepte van 190 meter. Aan boord zijn zeven bemanningsleden. Onduidelijk is hoeveel zuurstof zij nog beschikbaar hebben.

Het gaat om een onderzeeboot van het type AS-28. Het bewuste schip werd vijf jaar geleden ingezet als reddingsvaartuig bij vergeefse pogingen de bemanning van de gezonken atoomonderzeeër Koersk boven water te krijgen. Die ramp kostte aan 118 Russische zeelieden het leven. Volgens de werf waar de onderzeeboot is gebouwd, was het schip hard aan een onderhoudsbeurt toe.

De Russische marine zette direct een grootscheepse reddingsactie op touw, maar heeft zelf niet de middelen om de onderzeeër los te krijgen. Daarom heeft Moskou het buitenland om hulp gevraagd, iets wat zelden gebeurt. De VS en Groot-Brittannië hebben wel de apparatuur die nodig is om het vaartuig vlot te trekken.

Berichten gisteravond dat er een kabel aan het vaartuig was gekoppeld, werden later weer tegengesproken. Een van de twee schepen die in het gebied met sleepnetten in de weer zijn in de hoop de bathyscaaf te ’vangen’ was ergens op gestuit, maar met behulp van videocamera’s moest nog bevestigd worden of dit de duikboot was. Als dit inderdaad het geval was, zou de bathyscaaf worden opgetakeld en tegelijk naar minder diep water worden gesleept, waar duikers er makkelijker bij zouden kunnen.

Het is echter niet duidelijk wanneer de Amerikaanse en Britse hulp ter plaatse kan zijn. Verwacht wordt dat die zeker tot zaterdag op zich zal laten wachten. Ook Japan heeft vier speciaal uitgeruste schepen naar de plaats des onheils gestuurd, maar die zijn er vermoedelijk ook pas zaterdag of zondag. De Russische marine hoopt de onderzeeboot tegen die tijd alweer aan de oppervlakte te hebben.

Ook is onduidelijk hoeveel zuurstof er voor de bemanning is. Sommigen zeggen dat er voldoende is tot maandag. Anderen berekenen dat de voorraad in de loop van vandaag uitgeput raakt.

Om zuurstof en energie te sparen liggen de zeven matrozen zo veel mogelijk op de grond van hun onderzeeër. Volgens de commandant van de Russische Pacific-vloot, admiraal Fjodorov, is er ieder halfuur contact met de bemanning.

In afwachting van de buitenlandse hulp probeert de Russische marine nu zelf vanaf een sleepboot kabels aan de onderzeeboot te bevestigen en het vaartuig vlot te trekken. Die werkzaamheden bevinden zich volgens het persbureau Interfax echter nog in de voorbereidende fase.