Roep om landverdeling Zuid-Afrika
Maatschappelijke groeperingen in Zuid-Afrika willen dat de regering meer haast maakt met de herverdeling van landbouwgrond. Tijdens een nationale topontmoeting riepen ze deze week op tot onteigening van land van blanke boeren. Gedwongen onteigening, zoals bijvoorbeeld in Zimbabwe, wordt in Zuid-Afrika echter uitgesloten.
De Alliantie van Land- en Agrarische Hervormingsbewegingen (Alarm), een brede coalitie van niet-gouvernementele organisaties, drong deze week tijdens een beraad in Johannesburg aan op de afschaffing van het beleid waarbij blanke boeren vrijwillig hun land verkopen. Dit is het zogenaamde WBWS-beleid, dat staat voor: ”willing buyer, willing seller”. Dat beleid zou de prijzen opdrijven. Bovendien is het geheel op vrijwilligheid gebaseerd en dat zou de landhervorming vertragen.
Ook de Zuid-Afrikaanse vice-president Phumzile Mlambo-Ncuka pleitte tijdens haar openingstoespraak voor herziening van het WBWS-beleid. „We willen er zeker van zijn dat verkopers met ons samenwerken, in plaats dat ze proberen ons uit te buiten”, verklaarde ze tegenover de afgevaardigden.
De bijeenkomst in Johannesburg was de eerste grote ’evaluatiebijeenkomst’ sinds de afschaffing van de apartheid in 1994. De deelnemende organisaties namen een reeks resoluties aan, waaronder de onteigeningen van het land van blanke boeren.
„De regering moet deze resoluties zo snel mogelijk omzetten in concreet beleid”, zegt Marc Wegerif van Nkuzi Development Association. Alarm kreeg steun van de Zuid-Afrikaanse Communistische Partij en de Emerging Red Meat Producers Association. De laatste zegt boeren te vertegenwoordigen die goed zijn voor ongeveer de helft van Zuid-Afrika’s rundvleessector. De associatie heeft veel invloed op het landbouwbeleid.
Organisaties van blanke boeren verklaarden later dat herziening van de WBWS kan leiden tot voedseltekorten in Zuid-Afrika. „Als je aan het principe van vrijwilligheid gaat morrelen, dan heeft dat een negatieve uitstraling naar de markt”, zei Louw Steytler, woordvoerder landzaken van AgriSA. „De zekerheid dat er ook daadwerkelijk gewassen verbouwd zullen worden op het land, is dan weg.”
Volgens Steytler klopt de redenering niet dat verkoop via de vrije markt de overdracht van land aan zwarte boeren zou vertragen. Hij beweert dat de regering te weinig geld vrijmaakt voor de aankoop van boerderijen die dagelijks op de markt worden aangeboden.
Tot op zekere hoogte geven de statistieken Steytler gelijk. Economen hebben erop gewezen dat de totale waarde van de verhandelde agrarisch onroerend goed in 2002 meer dan 15 miljard dollar bedroeg. De regering heeft zich tot doel gesteld om 30 procent van het land dat beschikbaar komt, aan zwarte boeren over te dragen, maar heeft daarvoor minder dan 110 miljoen dollar vrijgemaakt. Om aan 30 procent te komen was 5 miljard dollar nodig.
Zwarte boeren beweren echter dat blanke boeren de prijzen verhogen zodra de overheid interesse toont in hun land. „Als een boerderij te koop staat voor een miljoen rand (ongeveer 126.000 euro), verdubbelt de prijs tot 2 miljoen rand (252.000 euro) zodra de eigenaar weet dat iemand koopt via het landhervormingssysteem”, zegt Russel Milander, voorzitter van de afdeling Noordkaap van de Nationale Afrikaanse Boerenbond.
Het is op dit moment nog onduidelijk of het WBWS-beleid volledig op de schop gaat of dat het blijft bestaan naast nieuwe maatregelen om de overdracht van land te bevorderen. Die nieuwe maatregelen zouden onder meer kunnen leiden tot onteigening voor prijzen onder de marktwaarde, belasting op braakliggend land en nieuwe regels voor verkaveling.
Volgens Rogier van den Brink, econoom van de Wereldbank, kan onteigening onder de marktwaarde juist leiden tot hogere prijzen en vertraging van het overdrachtproces, omdat die politiek waarschijnlijk zal worden aangevochten voor de rechter. Hij ziet meer in hogere belastingen voor grootgrondbezitters, waarbij boeren die al hun land benutten voor productie, worden uitgesloten. Op die manier zou er meer ongebruikt land op de markt komen.
Van den Brink benadrukt dat zonder sturing op de markt, het land van grootgrondbezitters nooit in handen van kleine boeren komt. Dat is in zijn ogen nochtans noodzakelijk voor sociale en politieke stabiliteit in Zuid-Afrika.
Hoge ambtenaren in Zuid-Afrika sluiten grootschalige onteigening uit. Wel is het waarschijnlijk dat er een beleid komt waarbij selectieve onteigening, een landbelasting en verkaveling gecombineerd worden.
Een Braziliaans initiatief kan hierbij tot voorbeeld dienen. In Brazilië wordt braakliggende landbouwgrond onteigend en verdeeld onder boerenfamilies. Zij krijgen gesubsidieerde leningen om het land te exploiteren. Tegelijkertijd worden ook gewoon boerderijen verkocht op de vrije markt.