Richard H. bekende na zijn aanhouding op 21 april dat hij zijn vrouw Claudia en dochtertjes Marieke en Charlotte had gedood. Bijna twee weken eerder had hij hen als vermist opgegeven. De politie begon direct een grote zoekactie. Gedurende het onderzoek bleken diverse zaken in de verklaringen van de Zoetermeerder niet te kloppen, waardoor hij verdacht raakte. De politie vond de drie stoffelijke overschotten op aanwijzingen van de verdachte langs een bospad in de Brabantse gemeente Alphen–Chaam, waar hij ze had begraven.

Het OM maakte half juli bekend dat hij dat zou hebben gedaan door ze te wurgen. De meisjes zou hij volgens aanklaagster V. Vreeling ook gesmoord kunnen hebben. Zijn vrouw Claudia zou hij eerst op het hoofd hebben geslagen, waardoor ze bloedde. De politie vond de bloedsporen later.

H. had volgens het OM een buitenechtelijke relatie met een vrouw, aan wie hij verteld zou hebben dat hij getrouwd was, maar dat zijn vrouw en kinderen al langere tijd vermist waren. Vlak voordat de vriendin in het weekeinde van 9 en 10 april bij hem langs zou komen, doodde hij Claudia, Marieke en Charlotte, zo stond in de verklaring van justitie. Na dat weekeinde deed H. alsnog aangifte van vermissing. Het OM heeft geen aanwijzingen dat de vriendin bij het misdrijf betrokken is geweest.

Advocaat Van den Bosch ging vrijdag niet in op deze lezing van het OM. Ze zei wel dat haar cliënt zich niet herkent in de mogelijke oorzaken die politiemensen tijdens de verhoren hebben aangedragen. H. praat nu met een psychiater en psycholoog om erachter te komen wat hem heeft bewogen. Volgens Van den Bosch is H. van plan tijdens de inhoudelijke behandeling van de zaak zijn eigen verhaal te doen. „Hij wil zijn verantwoordelijkheid nemen voor de dood van zijn echtgenote Claudia en die van zijn dochters Marieke en Charlotte". Waarschijnlijk buigt de rechtbank zich op 26 september over de zaak.