Brede scholen als reddingsboei
De ontwikkeling van brede scholen hoeft niet te leiden tot taakverzwaring voor de school, zegt wethouder F. J. Tollenaar van Borsele. „Als je maar goede afspraken maakt.”
Tollenaar reageert hiermee op een vrijdag verschenen studie van het Sociaal en Cultureel Planbureau waarin diverse betrokkenen klagen dat de overheid steeds meer maatschappelijke taken op het bordje van scholen legt zonder duidelijk te maken hoe ze die allemaal moeten uitvoeren. Borsele trok landelijk de aandacht door als plattelandsgemeente intensief aan de ontwikkeling van brede scholen te gaan werken op het moment dat dit nog vooral een zaak van de grote steden was. „Bij ons speelden niet direct allerlei opvoedings- en taalachterstanden een rol, maar vooral het behoud van de leefbaarheid in de kleine kernen”, zegt de wethouder.
Rond 1999 ging Borsele beleid ontwikkelen om het voorzieningenniveau in de Zeeuwse gemeente op peil te houden. „Door samenwerking tussen onderwijs, welzijn en zorg, zowel inhoudelijk als qua gebouwen, wilden we de dorpen leefbaar proberen te houden.”
In Lewedorp werden de interconfessionele basisschool, de kinderopvang en de peuterspeelzaal aan elkaar gekoppeld. In Heinkenszand wordt eind dit jaar een proces afgerond waarin de drie scholen zijn gaan samenwerken met de nabijliggende sporthal, de bibliotheek, de kinderopvang en het jeugd- en peuterwerk.
In ’s-Gravenpolder wordt nu nieuwbouw gepleegd, zodat de openbare en de protestants-christelijke school onder één dak komen met de jeugdsoos, scouting en andere voorzieningen. In Hoedekenskerke is de bouw van een nieuwe school met koppeling aan andere voorzieningen inmiddels gerealiseerd.
In Ovezande is intensieve samenwerking tussen de dorpsschool en plaatselijke verenigingen op touw gezet. Voor bevordering van de leefbaarheid is hier 500.000 euro gereserveerd.
In Oudelande wordt bekeken hoe de kinderopvang behouden kan worden. „De behoefte daaraan neemt op zich niet af, want het aantal tweeverdieners slinkt niet. Je ziet echter dat mensen steeds vaker opvang voor hun kinderen in familie- of kennissenkring zoeken. Ze worden kritischer over de professionele opvang of haken af vanwege de stijgende kosten.”
Een van de redenen voor het bredescholenbeleid is dat een aantal gebouwen aan aanpassing of vervanging toe was. „Scholen hebben meer ruimte dan vroeger nodig voor zorgtaken zoals remedial teaching. Ze zijn ook gebaat bij nauwere samenwerking met zorg- en welzijnsinstellingen. De rooms-katholieke school in ’s-Heerenhoek is bijvoorbeeld momenteel toe aan uitbreiding. Op zo’n moment kijk je gelijk even of er een peuterspeelzaal bijgebouwd kan worden. Die moet zich nu op de zolder van een verenigingsgebouw behelpen.”
De reformatorische Julianaschool in ’s-Gravenpolder is door zijn snelle groei inmiddels de grootste basisschool van Zeeland, met twintig groepen. „Deze school is nu in gesprek met het peuterspeelzaalwerk. De politiek zit niet te wachten op afzonderlijke peuterspeelzalen per denominatie. De school hoopt nu binnen de bestaande peuterspeelzaal op bepaalde dagdelen eigen groepen met eigen leidsters te kunnen realiseren.”
De brede scholen bieden ook op een andere wijze een oplossing voor de reformatorische scholen, zegt de SGP-wethouder. „Als ze ruimte tekortkomen, kijkt het gemeentebestuur eerst naar leegstaande lokalen in andere scholen. Dat kan principieel lastig liggen. Door de vorming van brede scholen kunnen leegstaande lokalen bestemd worden voor zorg- of welzijnswerk. De school met ruimtenood kan dan op zijn eigen locatie uitbreiden.
Daarnaast zie je ook bij reformatorische scholen een groeiende behoefte aan opvoedingsondersteuning en leerlingenzorg en aan samenwerking met het schoolmaatschappelijk werk. Als je daarover goede afspraken kunt maken, voorkom je ook dat leerkrachten steeds meer met maatschappelijke problematiek belast worden. Scholen moeten voldoende toekomen aan hun eigenlijke taak: overdracht van kennis en vaardigheden. Als dat in de knel komt, doe je het als overheid niet goed. Dan verg je te veel van de scholen. In die zin biedt het SCP-rapport geen nieuws: het onderstreept de klachten die je de laatste tijd in onderwijsland vaak hoort en die je met een goed bredescholenbeleid kunt voorkomen.”