Amnesty ziet moreel gezag VS inkrimpen
De Verenigde Staten hebben na 11 september veel gezag verloren om overal ter wereld schendingen van mensenrechten aan de kaak te stellen. De mensenrechtenorganisatie Amnesty International legde dinsdag in haar jaarrapport de vinger bij de vele aanhoudingen van voornamelijk Arabische en islamitische personen in de VS.
Meer dan 1100 personen zijn na 11 september voor onbepaalde tijd vastgezet. Het doel was banden met terreurorganisaties te achterhalen, maar acht maanden na de aanslagen is slechts een handjevol arrestanten aangeklaagd, zegt de mensenrechtenorganisatie.
„Burgers in de hele wereld lijden onder de gevolgen als de VS hun verantwoordelijkheid om de mensenrechten te bevorderen, niet nakomen”, aldus William Schulz, directeur van Amnesty International USA. Volgens Schulz geeft de Amerikaanse regering met haar acties in het kader van de strijd tegen het terrorisme „andere landen in feite groen licht om fundamentele mensenrechtennormen te veronachtzamen.”
Behalve de detentie van honderden Arabieren in de VS verwijt Amnesty de regering van president George Bush „selectieve erkenning” van de Conventie van Genève over de behandeling van gevangenen in oorlogstijd. De kritiek geldt de weigering van de regering om de in Guantánamo Bay in Cuba gedetineerde Taliban- en al-Qaida-strijders als krijgsgevangenen aan te merken en de plannen om een deel van hen voor een militair tribunaal te brengen.
Ook veel andere regeringen wisselden in de strijd tegen het terrorisme de mensenrechten in voor veiligheid. Amnesty vindt dat de Antiterreurwet die in december in het Britse parlement werd aangenomen, „de deur opent voor schendingen van mensenrechten.” De wet zou preventieve opsluiting op basis van geheime bewijzen mogelijk maken.
Ook de Amerikaanse militaire acties in Afghanistan zijn voor Amnesty een bron van zorg. Een onbekend aantal burgers is gedood bij de luchtaanvallen tegen de Taliban en het al-Qaida-netwerk. Verder zijn er getuigenissen dat de westerse militairen „zonder proces overwonnen al-Qaida-strijders hebben gedood die gewond waren en zich hadden overgegeven.”
Daarnaast pleit de organisatie voor de berechting van plegers van mensenrechtenschendingen die tientallen jaren lang in Afghanistan hebben plaatsgevonden. Bij de totstandkoming van de Afghaanse interim-regering is hieraan nauwelijks aandacht besteed, aldus de mensenrechtenorganisatie.
De behandeling van al-Qaida-strijders op de Amerikaanse basis Guantánamo Bay wekt de indruk dat regeringen de onmenselijke omstandigheden accepteren waarin gevangenen verkeren, aldus Amnesty. De organisatie heeft ook kritiek op de plannen om „militaire commissies” op te zetten om deze gevangenen te berechten.
In het jaarboek, waarin de organisatie schendingen van mensenrechten in 2001 op een rijtje zet, wordt verder melding gemaakt van mensenrechtenschendingen in 152 landen. In 47 landen werden executies zonder proces uitgevoerd, 27 landen voltrokken doodstraffen en in 35 landen verdwenen mensen. In 111 landen vonden martelingen plaats en in zeker 56 landen zitten mensen met gewetensbezwaren vast. Nederland wordt in het jaarboek overigens niet genoemd.
Amnesty International blijft zich verder inzetten voor de rechten van vluchtelingen, bestrijding van racisme en ongelijke behandeling, en de noodzaak daders van mensenrechtenschendingen voor het gerecht te brengen.