Naar Buiten slaat vleugels uit met oehoes
Hun hoefjes martelen de aarde alsof het groene grasveld van Landgoed Hoekelum in Bennekom voorgoed omgeploegd moet worden. Het is verbazingwekkend hoe hard de kleine pony’s kunnen lopen. Op de beurs Naar Buiten trokken ze woensdag veel bekijks.
De jockeys zijn al niet veel groter dan de pony’s waar ze op zitten. De kinderen -vooral meisjes- doen het duidelijk niet voor het eerst. Midden op Landgoed Hoekelum, waar sinds woensdag de publieksbeurs Naar Buiten plaatsvind, houden ze op een afgezet stuk grasveld hun race. Het gaat goed, tot net na de finish. Een van de jonge rijders valt van haar kleine rijdier. „Het leven van een jockey gaat niet over rozen”, zegt de commentator vrolijk door haar microfoon. „Als je valt is het de bedoeling dat je gewoon weer opstaat, eens vriendelijk lacht naar het publiek en net doet alsof het geen zeer doet.”
Het met hekken afgezette gedeelte trok woensdag niet alleen veel publiek wanneer de pony’s hun kunsten vertoonden. Ook de roofvogelshow wist menig toeschouwer te boeien. „Naar Buiten slaat zijn vleugels uit”, zei manager Van Voorthuijsen van KRB Organisatie eerder die dag al tijdens de feestelijke opening. De roofvogels maakten die opmerking wel heel concreet. De kerkuilen, oehoes en buizerds konden rekenen op een enthousiast onthaal.
Van Voorthuijsen wilde geen voorspellingen doen over het aantal bezoekers van de buitenbeurs, die dit jaar voor de vijfde keer wordt gehouden en tot en met zaterdag duurt. „Dat is zo moeilijk. We hopen op hetzelfde aantal als vorig jaar, en natuurlijk liefst nog wat meer.”
Vorig jaar viel het bezoekersaantal, met name door het hete weer, tegen. Dit jaar is de temperatuur aangenamer. Bovendien is de sfeer „gezellig”, vindt de 22-jarige Jacobine Tanis uit Ouddorp. „Het is de tweede keer dat ik hier ben. We waren al langer van plan dit jaar weer te komen.” „Het is net als Wegwijs”, vult Adriaan Kasteleijn (19) uit dezelfde plaats aan. „Naar die beurs gaan we ieder anderhalf jaar.” Het tweetal komt vooral voor „cd’s, boeken en kleren.” Adriaan houdt een tasje met wat eerste aankopen omhoog. „In de opruiming.”
De Ouddorpers kunnen aan hun trekken komen op de buitenbeurs. Cd’s, boeken en kleren zijn in overvloed te vinden op het Bennekomse landgoed. Toch vormen de artikelen niet de hoofdattractie. Die eer lijkt naar Neêrlands krijgsmacht te gaan, dat wil zeggen: naar de Nationale Reserve (Natres).
Woensdagmorgen opende een groep strak marcherende krijgslieden de beurs door de Nederlandse driekleur te hijsen, onder de klanken van het Wilhelmus uit een wat schor klinkende trompet. „We werken graag mee om de goede relatie tussen de civiele samenleving en de krijgsmacht te bestendigen”, zei luitenant-kolonel In ’t Veld tijdens de opening.
De stand van de Natres is vooral het domein van jongens die posters en ander promotiemateriaal willen bemachtigen. Als ze tenminste niet al gevallen zijn voor de verlokkingen van de quad, die schuin achter de stand van het leger te berijden is. Voor een rondje op de stoere vierwielige terreinbedwinger staat een lange rij jongens te trappelen. Slechts hier en daar valt een meisje te bespeuren dat een kansje wil wagen.
Wie het ding eenmaal beklimt, lijkt zijn bravoure goeddeels te verliezen. De jongens drukken voorzichtig het gaspedaal in, meestal lang niet zo ver als wel kan. Wanneer een wel erg klein jochie een rondje wil rijden, loopt een begeleidster half hollend mee. Dat is maar goed ook. In de bocht gaat het bijna mis. Kreten klinken op bij de wachtende moeders. Het ventje glundert.
Aan wie wat meer op de nostalgische toer wil, heeft Naar Buiten ook gedacht. Helemaal in een hoekje, achterin, toont een smid zijn kunnen. Hij houdt een stang in het vuur en bewerkt die vervolgens met een forse hamer. Timo Wagteveld uit Veenendaal staat er met zijn zoontje naar te kijken. „Kom, we gaan verder”, dringt zijn moeder aan. De jongen protesteert. „Ach, laten we nog maar even blijven”, valt zijn vader hem bij. Half verontschuldigend, alsof het ambachtelijke smidswerk hem zelf niet interesseert: „Het is leuk voor de kinderen, hè?” Wijzend op zijn zoontje: „Wat hem boeit zijn het vuur en het gehamer. Ja, vooral voor kinderen is deze beurs heel geschikt.”