Herstelwerkzaamheden aan de buik van de shuttle waren nog nooit eerder in de ruimte uitgevoerd. De reparatie duurde slechts een halfuur, veel korter dan verwacht.

Robinson werd met een 18 meter lange robotarm onder de Discovery gebracht. Daar moest hij twee keramische strips van een paar centimeter verwijderen die tussen de hittewerende tegels uitstaken. Die zouden tijdens de terugkeer naar aarde een gevaar kunnen vormen.

Op rechtstreeks uitgezonden beelden van NASA-televisie was te zien hoe Robinson de stukjes met zijn vingers wegtrok. De keramische strips kwamen meteen los. „Deze kwam er nog makkelijker uit”, zei Robinson na het verwijderen van het tweede stuk. „De buik van de shuttle ziet er mooi uit. Het ziet ernaar uit dat deze grote patiënt weer beter is.”

Robinson was vanuit Houston uitgebreid geïnstrueerd over de werkzaamheden. Als de voegen niet makkelijk zouden loslaten, zou hij een tang of zelfs een zaagje gebruiken om de uitstekende delen eraf te krijgen. Dat bleek niet nodig. Na de geslaagde operatie maakte de Amerikaan extra foto’s van de romp.

Robinson werd vooraf bijgestaan door zijn Japanse collega Soichi Noguchi. Die maakte hem onder meer vast aan de robotarm en zorgde er verder voor dat Robinson geen spullen om zich heen had zweven die de romp van de shuttle zouden kunnen raken.

Volgens de NASA was het een riskante onderneming. Vanuit de aan het ruimtestation ISS gekoppelde Discovery begon Robinson aan zijn ruimtewandeling, terwijl hij op ongeveer 220 kilometer hoogte met een snelheid van ruim 28.000 kilometer per uur om de aarde scheerde.

Robinson sprak dinsdag van „een delicate maar simpele opdracht.” Hij en Noguchi hadden op aarde drie dagen lang in een zwembad dergelijke operaties geoefend. Aanvankelijk had de bemanning vragen over het uit te voeren werk, maar Robinson en Noguchi hadden er vertrouwen in dat de reparatie zou slagen.

De NASA was bang dat de uitstekende delen tot oververhitting van de tegels zouden kunnen leiden. Of er echt sprake zou zijn van gevaar bij de afdaling is niet zeker, maar de NASA wilde geen enkel risico meer nemen sinds het ongeluk met de Columbia. In 2003 ontplofte dat ruimtevaartuig bij terugkeer op aarde door schade aan het hitteschild.

„We moesten een afweging maken tussen het onbekende en het bekende. Het was geen moeilijke beslissing”, aldus Wayne Hale, de plaatsvervangend directeur van het shuttleprogramma.

De NASA is overigens gestuit op weer een nieuw potentieel probleem. Ook nabij een cockpitraam is er schade geconstateerd aan de buitenkant van de shuttle, mogelijk als gevolg van stukken isolatiemateriaal van de brandstoftanks die loskwamen bij de lancering. Of er hier ook een reparatie nodig is, zal waarschijnlijk donderdag worden beslist, aldus Amerikaanse media.

De Discovery wordt maandag terugverwacht. Het is voorlopig de laatste vlucht met de drie shuttles die in gebruik zijn. Door de problemen heeft de NASA het ruimteproject voor onbepaalde tijd stilgelegd.