De zaak werd medio maart al behandeld, maar toen oordeelde de rechtbank dat F. eerst nog maar eens goed moest worden onderzocht eer hij tot een vonnis kwam.

Gedragsdeskundigen hebben inmiddels geconstateerd dat F. niets mankeert en volledig toerekeningsvatbaar moet worden geacht. Voor de officier van justitie was dat reden genoeg om voor de tweede keer 2,5 jaar cel te vorderen.

In de desbetreffende nacht drong een gemaskerde overvaller de woning boven de growshop binnen en werd de bewoner gedwongen zijn vriendin aan een stoel vast te binden. Die vrouw was overigens de ex-vriendin van F.

Daarna wilde de overvaller dat de man de kluis opende. Er ontstond een worsteling, waarbij de bewoner in zijn bovenarm werd gestoken. Het slachtoffer wist het alarm in te schakelen, waarna de dader in een rode auto op de vlucht sloeg.

Volgens de officier van justitie kon het op basis van het signalement, de bivakmuts met DNA-sporen van F., een rugzak en de vluchtauto niet anders zijn dan dat F. de mislukte overval heeft gepleegd. Bovendien had F. geen alibi.

De rechtbank was echter niet overtuigd en vond dat net zo goed een ander de overval kan hebben gepleegd. Ook was er volgens de rechter geen wettig en overtuigend bewijs geleverd.