Doordat de vuurwerkbom nabij de doelman van de Portugese ploeg ontplofte, werd de wedstrijd geruime tijd stilgelegd. De doelman ging tegen de vlakte, maar kon na behandeling verder spelen.

De rechtbank besloot dat V. schuldig is aan een poging tot zware mishandeling van de doelman en anderen die zich tijdens de ontploffing rond het doel bevonden. Een tweede Ridderkerker, A. van H., kreeg een werkstraf van honderd uur. Hij gaf V. het vuurwerk, zogeheten nitraatcrackers, zo stelde de rechter.

Rechter C. van Breevoort vond het niet nodig de mannen een voorwaardelijke celstraf op te leggen, zoals de officier van justitie had geëist.