De hongerstakers vertrokken rond 09.00 uur dinsdagmorgen van het vertrekcentrum met taxibusjes naar verscheidene asielzoekerscentra (azc’s). De vijf Iraniërs worden gescheiden van elkaar ondergebracht in azc’s in Zweeloo, Franeker, Holten, Dongen en Emmen.

Volgens het ministerie van Justitie kunnen de hongerstakers op hun nieuwe locatie rustig bijkomen en aansterken. De Iraniërs denken echter dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) op deze manier hun hongerstaking wil breken.

Voorafgaand aan het besluit tot overplaatsing hadden maandagmiddag gesprekken plaats tussen de IND en de individuele vluchtelingen. Volgens H. Alderkamp van de Werkgroep Vluchtelingen Vrij zijn de vluchtelingen erg teleurgesteld in het resultaat van de gesprekken. De vier mannen en een vrouw hebben via Alderkamp aangegeven door te zullen gaan met de hongerstaking.

Directeur J. van Tilborg van vluchtelingenorganisatie Inlia gelooft dat de hongerstaking ondanks de overplaatsing toch vruchten heeft afgeworpen en nog zal afwerpen. „De vluchtelingen geven een duidelijk signaal af”, aldus Van Tilborg. „Je gaat ook niet zomaar in hongerstaking. Justitie zou er verstandig aan doen nog eens goed te kijken naar de dossiers, in het licht van de jongste ontwikkelingen in Iran.”

Volgens Van Tilborg houdt het ministerie van Justitie zich niet aan de mondelinge afspraken over een zogeheten spoorboekje voor uitgeprocedeerde asielzoekers. Het belangrijkste probleem voor de asielzoekers is dat justitie stelt dat aan de in het boekje vastgelegde afspraken geen rechten kunnen worden ontleend.

In de vertrekcentra verblijven uitgeprocedeerde asielzoekers die van de IND terug moeten keren naar hun land van herkomst. „Het verschil tussen wel of niet hieraan meewerken kan van levensbelang zijn”, schetst de Inlia-directeur. „In het gunstigste geval kan het de mensen alsnog een verblijfsvergunning opleveren.” Het is daarom volgens hem van cruciaal belang dat er regels worden vastgelegd die niet op verschillende manieren kunnen worden uitgelegd.